ECLI:NL:RBOBR:2025:3973

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
4 juli 2025
Publicatiedatum
3 juli 2025
Zaaknummer
24/3402
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag bijstandsuitkering op basis van niet-waardeerbare activiteiten

In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant, gedateerd 4 juli 2025, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een bijstandsuitkering gegrond verklaard. Eiser had op 5 november 2023 een aanvraag ingediend, met als gewenste ingangsdatum 23 augustus 2023. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Best had de aanvraag afgewezen, omdat eiser volgens hen 'op geld waardeerbare activiteiten' verrichtte door housemuziek te draaien tijdens door hem georganiseerde vieringen in zijn (gekraakte) woning. De rechtbank oordeelt echter dat deze activiteiten niet aan te merken zijn als 'op geld waardeerbare activiteiten' waarvoor een tegenprestatie kan worden bedongen. Eiser heeft de inlichtingenplicht niet geschonden, omdat hij geen inkomsten genereert uit deze activiteiten. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt het college op om binnen zes weken een nieuw besluit op bezwaar te nemen, waarbij de bijstandsuitkering met terugwerkende kracht moet worden toegekend vanaf de datum van de aanvraag. Tevens dient het college het griffierecht aan eiser te vergoeden.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Bestuursrecht
zaaknummer: SHE 24/3402

uitspraak van de meervoudige kamer van 4 juli 2025 in de zaak tussen

[eiser], uit [woonplaats], eiser

(gemachtigde: [naam])
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Best, het college

(gemachtigde: [naam]).

Samenvatting

1. De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat het beroep tegen de afwijzing van eisers aanvraag voor een bijstandsuitkering gegrond is. Dat eiser housemuziek heeft gedraaid op door hem georganiseerde vieringen in en bij zijn (gekraakte) woning, is namelijk niet aan te merken als ‘op geld waardeerbare activiteiten’ waarvoor een tegenprestatie kan worden bedongen. Eiser heeft de inlichtingenplicht hierdoor niet geschonden. Eiser krijgt dus gelijk. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Beoordeling door de rechtbank

Procesverloop en totstandkoming van het bestreden besluit
Aanvraag
2. Eiser heeft op 5 november 2023 bij het college een aanvraag ingediend voor een bijstandsuitkering. Als gewenste ingangsdatum is op het aanvraagformulier aangegeven 23 augustus 2023. Dat is de datum waarop eiser zich heeft ingeschreven in de gemeente Best.
Onderzoek en nadere gegevens
2.1.
Op 16 november 2023 is er een gesprek geweest tussen twee medewerkers van het college en eiser. Tijdens dit gesprek heeft eiser aangegeven dat hij in zijn ogen vrijwilligerswerk doet. Muziekliefhebbers komen bij hem om te dansen. Hij heeft een appgroep waar mensen inzitten die willen komen naar zijn vieringen. Bezoekers betalen niets voor de vieringen en ze nemen zelf hun eten en drinken mee. Eiser biedt de ruimte en de live muziek. Verder heeft eiser aangegeven dat hij een nomadisch bestaan leidt. Hij zegt zelf niet te passen in deze samenleving. Eiser krijgt twee keer per week leefgeld van zijn vader. Daar betaalt hij zijn eten van.
2.2.
Naar aanleiding van het gesprek heeft het college op 20 november 2023 nadere gegevens bij eiser opgevraagd; de polis van zijn zorgverzekering over 2023 en een overzicht van de effectenrekening bij de Rabobank over de periode van 7 maart 2023 tot 1 november 2023 met beginsaldo en eindsaldo.
2.3.
Op 7 december 2023 hebben twee toezichthouders namens het college een huisbezoek gebracht aan eisers toenmalige verblijfadres in [plaats]; een oud clubhuis bij een tennisbaan. Eiser had dit pand gekraakt. Het clubhuis was ingericht als woning en dansruimte. Tijdens het huisbezoek heeft eiser verklaard dat het elke woensdag ‘gehaktdag’ is. Dan komen er verschillende mensen op bezoek om te dansen op housemuziek. Iedereen is welkom. De toezichthouders hebben na het huisbezoek geadviseerd aan het college om de verplichting op te leggen aan eiser dat er een expert wordt ingeschakeld om de definitieve waarde van de ter plaatse aangetroffen goederen en zaken te kunnen beoordelen. Het gaat om onder meer diverse draaitafels, vier keyboards, diverse muziekboxen, drie caravans, een auto, vijf fietsen en een bakfiets. Ook zal eiser volgens de toezichthouders aan moeten tonen dat hij geen inkomsten ontvangt voor de door hem georganiseerde feestjes. De toezichthouders merken deze feestjes aan als ‘op geld waardeerbare arbeid’.
2.4.
Bij brief van 14 december 2023 heeft het college wederom nadere gegevens bij eiser opgevraagd. Het gaat om een, door een taxateur vastgestelde, opgave van de waarde van de muziekapparatuur (boxen, versterkers, mengpaneel, lichten, computers), vervoersmiddelen, caravans en aanhangwagens. Ook moet eiser een opgave doen van de dagen waarop hij mensen uitnodigt om, zoals hij het zelf zegt, het leven te vieren (aantal dagen, aantal personen) vanaf de datum van de aanvraag (30 oktober 2023) tot 14 december 2023. Indien eiser hiervoor een vergoeding krijgt, dient hij daarvan deugdelijke en verifieerbare bewijsstukken in te leveren.
2.5.
In afwachting van voormelde gegevens over het vermogen heeft het college op 11 januari 2024 een voorschot van € 500,- aan eiser betaald.
2.6.
De taxateur heeft op 25 januari 2024 de totale waarde van de mobiele zaken op eisers terrein vastgesteld op € 2.710,-.
Primaire besluit
2.7.
Bij besluit van 27 maart 2024 heeft het college eisers aanvraag voor een bijstandsuitkering afgewezen. Eisers bezigheden/werkzaamheden als DJ moeten worden aangemerkt als ‘op geld waardeerbare activiteiten’ waarvoor een tegenprestatie kan worden bedongen. Deze activiteiten kunnen volgens het college van belang zijn voor het recht op bijstand. Omdat eiser onvoldoende duidelijkheid verschaft over de omvang van zijn bezigheden/werkzaamheden, kan de precieze omvang van de inkomsten die eiser daarmee heeft (kunnen) ontvangen, niet worden vastgesteld. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat eiser daarmee niet heeft voldaan aan de inlichtingenplicht, waardoor niet kan worden beoordeeld over welke middelen eiser had kunnen beschikken om in de noodzakelijke kosten van bestaan te voorzien. Verder heeft het college in dit besluit medegedeeld dat eiser ten onrechte een voorschot van € 500,00 heeft ontvangen. Met dit voorschot verrekent het college de kosten van € 350,00 die eiser heeft gemaakt om zijn vermogen te laten taxeren. Het resterende bedrag van € 150,00 vordert het college van eiser terug.
2.8.
Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van 27 maart 2024.
2.9.
Het college heeft dit bezwaar voor advies voorgelegd aan de bezwaarcommissie. De bezwaarcommissie heeft op 16 juli 2024 het college geadviseerd om het bezwaar gegrond te verklaren en het primaire besluit te herroepen. De bezwaarcommissie is van mening dat het college ten onrechte heeft geconcludeerd dat er in dit geval sprake is van ‘op geld waardeerbare werkzaamheden’. Eiser heeft derhalve wel aan zijn inlichtingenplicht voldaan, aldus de bezwaarcommissie.
Bestreden besluit
2.10.
Met het bestreden besluit van 9 augustus 2024 op het bezwaar van eiser heeft het college het advies van de bezwaarcommissie niet gevolgd en het bezwaar ongegrond verklaard. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat er wel sprake is van ‘op geld waardeerbare activiteiten’. Eiser heeft nagelaten daarover meer inlichtingen te verschaffen, waardoor hij de inlichtingenplicht heeft geschonden. De aanvraag voor een bijstandsuitkering is daarmee terecht afgewezen. Hierbij heeft het college opgemerkt dat de werkzaamheden op geld waardeerbaar zijn, ondanks dat de werkzaamheden hobbymatig zouden zijn, de feesten alleen zijn bedoeld voor kennissen en bekenden, er sprake zou zijn van een beperkte schaal, het publiek van de feesten zelf zorgdraagt voor consumpties, eiser geen reclame maakt en geen website heeft, eiser geen bekende DJ is, eiser stelt dat de feesten alleen bedoeld zijn om het leven te vieren, dat het niet in eisers levensvisie past om geld te vragen voor zijn werkzaamheden en dat als eiser wel inkomsten had verworven met het organiseren van feesten deze dusdanig laag zouden zijn dat dit geen invloed zou hebben op het recht op een bijstandsuitkering.
2.11.
Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
2.12.
De rechtbank heeft het beroep op 23 mei 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, eisers gemachtigde (tevens vader van eiser) en de gemachtigde van het college.
Beoordeling door de rechtbank
Het standpunt van eiser
3. Eiser vindt dat zijn aanvraag voor een bijstandsuitkering ten onrechte is afgewezen. Er is namelijk geen sprake van ‘op geld waardeerbare activiteiten’. Het college maakt van een mug een olifant. Eiser probeert alleen om het leven van gelijkgestemden op te vrolijken door één keer per week - de gehaktdag op woensdagavond - mensen te ontvangen en muziek voor ze te draaien. Vaak laat hij ook één van zijn gasten de muziek verzorgen en houdt hij zichzelf bezig met de andere gasten. Dit om hen op te beuren en te helpen van de muziek te genieten en daardoor alle ellende van het dagelijks leven even van zich af te kunnen zetten. Veel van zijn gasten bevinden zich, net als hij, aan de andere kant van de maatschappij. Eiser fungeert met zijn gehaktdag als een soort opvang voor mensen die in de problemen zitten. De DJ-activiteiten tijdens de vieringen zijn niets anders dan opwekkende feestjes waar doodarme gelijkgestemde medemensen even hun gedachten los kunnen maken van de dagelijkse ellende.
Toetsingskader
4. Het gaat in dit geding om een besluit tot afwijzing van een aanvraag om bijstand. Een aanvrager moet in het algemeen de feiten en omstandigheden aannemelijk maken die nopen tot inwilliging van die aanvraag. In dat kader dient de aanvrager de nodige duidelijkheid te verschaffen en volledige openheid van zaken te geven. Vervolgens is het aan het bijstandverlenende orgaan om in het kader van de onderzoeksplicht deze inlichtingen op juistheid en volledigheid te controleren. Indien de betrokkene niet aan de wettelijke inlichtingen- of medewerkingsverplichting voldoet, is dit een grond voor weigering van de bijstand indien als gevolg daarvan het recht op bijstand niet kan worden vastgesteld.
5. Niet in geschil is dat eiser in de beoordelingsperiode (van 23 augustus 2023, de datum per wanneer eiser bijstand aanvraagt, tot en met 27 maart 2024, de datum van het besluit tot afwijzing van de aanvraag) vieringen heeft georganiseerd in en bij zijn (gekraakte) woning. Tijdens die vieringen werd er (voornamelijk) door eiser housemuziek gedraaid en kwamen er mensen om te dansen. Het college heeft dit aangemerkt als ‘op geld waardeerbare werkzaamheden’.
6. Het verrichten van ‘op geld waardeerbare werkzaamheden’ is een omstandigheid die voor het recht op bijstand van belang kan zijn, ongeacht de intentie waarmee die werkzaamheden worden verricht en ongeacht of daaruit daadwerkelijk inkomsten worden genoten. Hierbij is van betekenis dat, gelet op artikel 31, eerste lid, in verbinding met artikel 32, eerste lid, van de Participatiewet (Pw), niet alleen van belang is het inkomen waarover de betrokkene daadwerkelijk beschikt, maar ook het inkomen waarover hij redelijkerwijs kan beschikken. Het gaat dus om werkzaamheden waar normaliter een beloning tegenover staat of die de betrokkene daarvoor redelijkerwijs kan bedingen [1] . Bij de beoordeling of daarvan sprake is, zijn de feiten en omstandigheden van het geval bepalend. In het geval van eiser is de rechtbank van oordeel dat sprake is van zodanige specifieke feiten en omstandigheden dat geen sprake is van ‘op geld waardeerbare activiteiten’ waarvoor een tegenprestatie kan worden bedongen. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Aard van de activiteiten
7. Eiser heeft housemuziek gedraaid op wekelijks door hem georganiseerde vieringen. Met het college acht de rechtbank het algemeen bekend dat sommige DJ’s (veel) geld verdienen met hun werkzaamheden. De rechtbank is echter van oordeel dat dit niet betekent dat voor alle personen die muziek draaien sprake is van het verrichten van op geld waardeerbare werkzaamheden. In eisers geval is dat niet zo. Uit het gespreksverslag van 16 november 2023 blijkt dat eiser zichzelf het draaien van vinylplaten nog aan het aanleren is. Tevens heeft eiser verklaard dat niet alleen hij, maar ook anderen tijdens de vieringen plaatjes draaien. Anders dan ter zitting betoogd door het college is eiser daarmee niet te vergelijken met DJ Tiësto. Ook niet in mindere mate. Dat eiser ‘Househippie’ wordt genoemd in kranten maakt dit niet anders omdat die benaming eerder ziet op zijn levensstijl dan op zijn werkzaamheden als DJ.
Apparatuur
8. De door eiser gebruikte apparatuur wijst er ook niet op dat sprake is van op geld waardeerbare activiteiten. Uit het taxatierapport van 25 januari 2024 volgt dat de taxateur onder meer heeft gekeken naar de geluidsinstallatie van eiser. Daaruit volgt dat het enige wat echte waarde heeft de draaitafels (pick-ups) zijn. De overige zaken zijn defect of incompleet. De verlichtingsapparatuur heeft ook geen waarde volgens de taxateur omdat deze tegenwoordig dmx gestuurd is. Ter zitting heeft eiser toegelicht dat het apparatuur betreft die andere mensen hebben weggedaan en hij bijvoorbeeld van twee kapotte boxen, één hele box probeert te maken. Het college heeft op dit punt ter zitting een vergelijking gemaakt met de band Morphine, waar de basgitarist een instrument bespeelt met twee snaren. Volgens het college kan met kapotte apparatuur een expressieve uiting worden gedaan, hetgeen soms in bepaalde kunststromen juist geliefd is. De rechtbank is van oordeel dat deze vergelijking niet opgaat. Eiser gebruikt kapotte apparatuur omdat hij deze voorhanden heeft. Niet is gebleken dat daar een muzikale of expressieve keuze achter zit. Sterker, uit de opmerking van eiser dat hij van twee kapotte boxen, één hele box probeert te maken, volgt juist dat eiser een voorkeur heeft voor volledig werkende apparatuur.
Entree voor de gasten
9. Het college heeft ter zitting betoogd dat er wat betreft de aanwezigheid van gasten op de vieringen een vergelijking kan worden gemaakt met DJ Tiësto op Lakedance. Het publiek koopt daarvoor een (duur) kaartje waardoor DJ Tiësto voor een optreden € 250.000,- zou krijgen. Eiser kan ook aan zijn gasten entree vragen om daarmee geld te verdienen, al krijgt eiser daarmee maar één duizendste van wat DJ Tiësto krijgt, aldus het college. De aanwezigheid bij woensdag gehaktdag zou de gasten dan een paar euro kunnen kosten. De rechtbank kan het college niet volgen in deze redenering. De door eiser georganiseerde vieringen worden bezocht door vrienden en kennissen die volgens eiser (ook) buiten de samenleving staan en geen geld hebben. Ter zitting heeft eiser verklaard dat hij geen mensen uitnodigt maar dat mensen uit zichzelf komen. Het aantal gasten verschilt per week. Soms komt er helemaal niemand. Gemiddeld gaat het om ongeveer 20 vrienden en kennissen per viering, die allemaal zelf eten en drinken meenemen. Het college heeft het voorgaande niet betwist. De rechtbank is van oordeel dat van eiser redelijkerwijs niet verwacht kan worden dat hij entree vraagt aan zijn vrienden en kennissen die naar de vieringen kwamen waar hij housemuziek draaide. Gezien het voorgaande is het immers maar zeer de vraag of de gasten van de vieringen entree konden betalen, of nog zouden komen indien er entree betaald zou moeten worden. Hiervoor is ook van belang dat de vrienden en kennissen zelf eten en drinken meenamen naar de vieringen. Niet is gebleken dat eiser voor de vieringen en het draaien van muziek redelijkerwijs een beloning kon bedingen.
Locatie
10. Het college heeft ter zitting betoogd dat de locatie van eiser speciaal was ingericht voor feesten, net zoals bijvoorbeeld Lakedance. Door deze speciale inrichting had de locatie meer overeenkomsten met de Lakedance-locatie, dan met het feestje bij de buren. Niet in geschil is dat de door eiser georganiseerde vieringen plaats vonden in een gekraakt clubhuis bij een tennisbaan, waar eiser ook woonde. Net zoals eerder overwogen door de bezwaarcommissie, is ook de rechtbank van oordeel dat DJ’s doorgaans op meerdere locaties draaien en zeker niet alleen in een eigen woonruimte, zoals eiser doet. Dat eiser verder muziekapparatuur heeft staan in zijn woonruimte maakt nog niet dat er sprake is van een feestlocatie. Zo verzorgt eiser bijvoorbeeld geen eten en drinken. De vergelijking met een DJ op Lakedance gaat in die zin ook niet op. DJ’s van een evenement als Lakedance wonen immers niet op het festivalterrein.

Conclusie en gevolgen

11. Dat eiser housemuziek heeft gedraaid op door hem georganiseerde vieringen in en bij zijn (gekraakte) woning, is dus gelet op de specifieke feiten en omstandigheden niet aan te merken als ‘op geld waardeerbare activiteiten’ waarvoor een tegenprestatie kon worden bedongen. Eiser heeft de inlichtingenplicht hierdoor niet geschonden. Omdat niet is gebleken dat er andere belemmeringen bestaan voor verlening van bijstand aan eiser, dient het college aan eiser een bijstandsuitkering toe te kennen.
12. Het beroep is gegrond. De rechtbank vernietigt daarom het bestreden besluit. De rechtbank ziet geen aanleiding om de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand te laten, zelf in de zaak te voorzien, of een bestuurlijke lus toe te passen. Het college dient daarom met in achtneming van wat hiervoor is overwogen een nieuw besluit op bezwaar te nemen. Daarbij geeft de rechtbank het college het volgende mee.
13. Eisers aanvraag voor een bijstandsuitkering dient (in ieder geval) te worden toegewezen per 30 oktober 2023, de datum waarop eiser de aanvraag heeft ingediend. Het college is gehouden de bijstand te verlenen tot en met 23 februari 2024, de datum waarop eiser, zoals ter zitting verklaard, de gemeente Best feitelijk heeft verlaten. Het college dient nog te beoordelen of eiser ook met terugwerkende kracht recht heeft op bijstand. Eiser heeft op het aanvraagformulier immers als gewenste ingangsdatum 23 augustus 2023 genoemd, de datum waarop eiser zich heeft ingeschreven in de gemeente Best.
14. Omdat het beroep gegrond is moet verweerder het griffierecht aan eiser vergoeden. Niet is in geschil dat de gemachtigde van eiser geen professionele rechtsbijstandverlener is. Eiser krijgt daarom geen vergoeding van de proceskosten.

Beslissing

De rechtbank:
 verklaart het beroep gegrond;
 vernietigt het bestreden besluit;
 draagt het college op om binnen zes weken een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen met inachtneming van wat in deze uitspraak is overwogen;
 draagt het college op het betaalde griffierecht van € 51,- aan eiser te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.B.H. Hebbink, voorzitter, en mr. R.H. van Marle en mr. R.A. de Wit, leden, in aanwezigheid van drs. M.T. Petersen, griffier.
Uitgesproken in het openbaar op 4 juli 2025.
griffier
voorzitter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 8 mei 2012, ECLI:NL:CRVB:2012:BW5646.