Uitspraak
1.De zaak in het kort
2.De procedure
3.De feiten
“Grenzend aan mijn voortuin westzijde. Hoekje aan de achtertuin oostzijde”. Bij de vraag naar het doel van de aankoop heeft [eiser] vermeld:
“aanpassing bestaande tuin. Gemeentestrook is nogal verwaarloosd. Berging containers”.
“ik beschouw dit als een gepasseerd station”. [eiser] heeft ook een beroep gedaan op verkrijgende verjaring. Hij heeft hierover geschreven: “
Wij wonen op de locatie [adres 1] inmiddels 39 jaar en de huidige begrenzing is dezelfde als 39 jaar geleden evenals het afgebakend stuk parkeerruimte”.
4.De vorderingen en standpunten van partijen
5.Het oordeel van de kantonrechter
Gedeelte aan de zijkant van de woning (het vierkant)
Smalle strook aan de voorkant van de woning
Gedeelte in de achtertuin van de woning (de driehoek)
“bloot kan staan aan een vordering uit onrechtmatige daad van de (voormalige) rechthebbende die zijn eigendom aan die partij heeft verloren door de werking van art. 3:105 BW”.Dat oordeel is gebaseerd op de gedachte dat een persoon die een zaak in bezit neemt en houdt, wetende dat een ander daarvan eigenaar is, tegenover die eigenaar onrechtmatig handelt. Indien de voormalig eigenaar dat vordert en degene die de zaak in bezit heeft genomen nog steeds eigenaar is, kan de bezitter worden veroordeeld om bij wijze van schadevergoeding de wederrechtelijk in bezit genomen zaak aan de benadeelde in eigendom over te dragen.