3.13.Op 2 januari 2008 heeft de [H] een “Beheerovereenkomst” gesloten met [gedaagde] , om daarmee de onderlinge verhoudingen duidelijk vast te leggen. In die Beheerovereenkomst staat in de considerans onder meer het volgende vermeld:
- dat in 1972 [A] (…), bestuurlijk behorende tot de [E] , aan de Eredienst is onttrokken,
- dat daarop de gelovigen van de [gedaagde] , in 1978 verenigd in [gedaagde] , het beheer van het kerkgebouw en omringende gronden met opstallen (…), waaronder de voormalige pastorie en begraafplaats (hierna te noemen: “het object”), op zich hebben genomen en tot heden hebben voortgezet (…),
- dat het object in eigendom is gebleven van de [B] (…)
- dat de [B] per 4 oktober 2004 door middel van fusie is opgegaan in de [H] (…), welke onder algemene titel rechtsopvolger is van de [B] ,
- dat [eiser] en [gedaagde] hun betrekkingen willen normaliseren waarbij de navolgende uitgangspunten, welke onderdeel uitmaken van deze overeenkomst, zullen gelden:
a. de eigendom van het object blijft bij de [H] ;
b. (…)
c. [eiser] geeft aan [gedaagde] het voortgezette beheer van het object teneinde het onderhoud, de restauratie en de instandhouding van kerkgebouw en opstallen te continueren (…);
d. [gedaagde] zal jaarlijks haar financiële verslaglegging doen opnemen in die van [eiser] . [eiser] stelt jaarlijks ter kwijting van het door [gedaagde] gevoerde beheer de geconsolideerde verslaglegging van [eiser] en [gedaagde] aan de bisschop van [plaats] ter goedkeuring ter hand;
e. [eiser] wordt in het bestuur van [gedaagde] vertegenwoordigd door een tweetal namens [eiser] voor te dragen bestuursleden, waaronder de pastoor van [eiser] . Het tweede bestuurslid zal door [eiser] schriftelijk aan [gedaagde] kenbaar worden gemaakt. Nadat [gedaagde] goedkeuring heeft medegedeeld aan het kerkbestuur vindt opname plaats in het stichtingsbestuur.
f. [gedaagde] krijgt een zetel in het bestuur van [eiser] . Het bestuur van [gedaagde] deelt de voorgestelde bestuurder schriftelijk mede aan [eiser] , welke de kandidaat zal voordragen ter benoeming in het parochiebestuur aan de bisschop van [plaats] .
In de Beheerovereenkomst is verder onder meer opgenomen:
1. [eiser] draagt op aan [gedaagde] , die van [eiser] aanneemt het voeren van het beheer over het object (…)
(…)
3. Deze overeenkomst vangt aan op 1 januari 2008.
1. Het beheer door [gedaagde] omvat een totaalbeheer gericht op instandhouding van het object.
(…)
8. Tenminste eenmaal per jaar zal een gezamenlijk overleg plaatsvinden tussen stichtingsbestuur en parochiebestuur over de uitvoering van deze overeenkomst.
d. Duur en einde overeenkomst
1. De overeenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.
2. De overeenkomst eindigt van rechtswege indien het object of een substantieel gedeelte daarvan, met name kerk en/of voormalige pastorie, verloren gaat (…).
3. De overeenkomst eindigt eveneens op het tijdstip van eigendomsoverdracht (waar onder begrepen de eigendomsoverdracht in economische zin) van het object. (…)
Eigendomsoverdracht (…) zal niet kunnen plaatsvinden dan na overleg tussen [eiser] en [gedaagde] , volgend op een schriftelijke mededeling aan [gedaagde] met opgave van redenen over de voorgenomen eigendomsoverdracht. Hierbij zal worden getoetst aan de doelstelling van [eiser] en [gedaagde] . Het overleg zal schriftelijk worden vastgelegd.
4. Indien een partij:
a) enige bepaling van deze overeenkomst niet, niet behoorlijk, niet volledig of niet tijdig nakomt;
b) haar rechtspersoonlijkheid verliest, wordt ontbonden of feitelijk wordt geliquideerd;
c) de vrije beschikking over haar vermogen of een deel daarvan verliest;
d) surséance van betaling of faillissement aanvraagt;
e) in staat van faillissement wordt verklaard;
f) een akkoord buiten faillissement aanbiedt;
g) wordt geconfronteerd met executoriaal beslag op zijn zaken of indien gelegd conservatoir beslag van waarde wordt verklaard;
heeft de andere partij het recht om de beheerovereenkomst zonder gerechtelijke tussenkomst tegen een door hem gewenst tijdstip schriftelijk aan de ene partij beëindigd te verklaren, hetgeen ontbinding van de overeenkomst ten gevolge heeft, met dien verstande dat in een geval als genoemd onder a), de ene partij tenminste één keer tevoren schriftelijk in gebreke moet zijn gesteld, waarbij hem een redelijke termijn wordt gegund om de beheerovereenkomst naar behoren na te komen en waarbij gemaakte fouten zo mogelijk ongedaan gemaakt moeten worden en schade moet worden vergoed; wordt binnen genoemde termijn niet volledig aan deze voorwaarden voldaan, dan is de beheerovereenkomst beëindigd en ontbonden.
5. Deze overeenkomst eindigt eveneens van rechtswege met wederzijds goedvinden van partijen.
6. [gedaagde] is gehouden op de datum waarop de onderhavige overeenkomst een einde neemt het object aan [eiser] ter beschikking te stellen en [eiser] is gerechtigd haar eigendom onmiddellijk weer in bezit en beheer te nemen. De bij [gedaagde] aanwezige activa en passiva welke zijn voortgevloeid uit het beheer, inclusief de daartoe reeds toegekende doch nog niet ontvangen subsidies en vorderingen zullen eveneens ter beschikking worden gesteld van [eiser] onder de last dat deze door [eiser] zullen worden aangewend voor de instandhouding van het object.
7. Hetgeen partijen bij het einde van de beheerovereenkomst jegens elkaar verschuldigd zijn, is direct opeisbaar.