Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs.
verwijtbaarheeft gehandeld. Het komt er daarbij op aan of verdachte tekortschoot in vergelijking met een gemiddelde andere persoon in vergelijkbare omstandigheden en met een vergelijkbare hoedanigheid. Daarbij is van belang dat niet al uit de ernst van de gevolgen van verkeersgedrag, dat in strijd is met één of meer wettelijke gedragsregels in het verkeer, kan worden afgeleid dat strafrechtelijk sprake is van schuld in voornoemde zin.
‘zeer onvoorzichtig en onoplettend’. De rechtbank komt hiertoe gelet op de aard, de ernst en het samenstel van de gedragingen van verdachte, die bovendien meer dan één verkeersovertreding opleveren. In het bijzonder weegt de rechtbank mee dat verdachte dusdanig onder invloed verkeerde van alcohol dat hij sterk verminderd in staat was een auto te besturen. Zijn reactievermogen was zodanig ernstig aangetast dat hij kennelijk niet meer in staat was om tijdig zijn snelheid aan te passen aan de situatie en ook overigens daar tijdig en adequaat op te reageren. Van dergelijk rijgedrag als autobestuurder gaat een groot gevaar uit voor andere verkeersdeelnemers en/of passagiers, een gevaar dat zich in deze zaak helaas ook heeft verwezenlijkt. Dergelijk gedrag kan naar het oordeel van de rechtbank daarom niet anders dan als
zeeronvoorzichtig en onoplettend worden gekwalificeerd.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De vordering benadeelde partij.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
en
geldboeteter hoogte van
€ 1.000,-subsidiair 20 dagen hechtenis.
gevangenisstrafvoor de duur van
5 maanden voorwaardelijkmet een proeftijd van twee jaren. Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
24 maanden voorwaardelijkmet een proeftijd van twee jaren. Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.