ECLI:NL:RBOBR:2025:5540
Rechtbank Oost-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Intrekking van alcoholwetvergunning en aanwezigheidsvergunning op grond van slecht levensgedrag leidinggevende
Op 4 september 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de intrekking van de alcoholwetvergunning en de aanwezigheidsvergunning van een horecabedrijf in Eindhoven. De vergunninghouder, verzoeker, was het niet eens met de intrekking van zijn vergunningen door de burgemeester, die deze beslissing baseerde op het feit dat de leidinggevende van het horecabedrijf zich schuldig had gemaakt aan slecht levensgedrag. De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester terecht had besloten tot intrekking van de vergunningen, omdat de leidinggevende niet voldeed aan de eisen van de Alcoholwet. De voorzieningenrechter concludeerde dat de burgemeester aannemelijk had gemaakt dat de leidinggevende betrokken was bij een incident van buitensporig geweld op 7 december 2024, wat leidde tot de conclusie dat hij in enig opzicht van slecht levensgedrag was. Het beroep van verzoeker werd ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen. De voorzieningenrechter benadrukte dat de burgemeester de bevoegdheid had om de vergunningen in te trekken en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de toepassing van de wettelijke bepalingen in dit geval in strijd zouden maken met algemene rechtsbeginselen.