In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen het college van burgemeester en wethouders van Oirschot. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van 8 oktober 2024, waarin het college heeft beslist op haar verzoek om inzage in persoonsgegevens op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Eiseres stelt dat het college niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar en heeft op 13 mei 2025 beroep ingesteld. Het college heeft op diezelfde datum alsnog een besluit genomen, waarin het bezwaar van eiseres ongegrond werd verklaard. De rechtbank heeft het beroep op 22 september 2025 behandeld, waarbij eiseres niet aanwezig was. De rechtbank heeft vastgesteld dat het college op 13 mei 2025 een besluit heeft genomen, waardoor het eerdere beroep wegens niet tijdig beslissen niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat het college voldoende heeft voldaan aan de verplichtingen onder de AVG door eiseres inzage te geven in de verwerkte persoonsgegevens. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat het overzicht van de persoonsgegevens niet volledig is. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en de verzoeken van eiseres afgewezen.