ECLI:NL:RBOBR:2025:6787
Rechtbank Oost-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake opvang alleenstaande minderjarige ontheemde Oekraïne
Op 3 september 2025 heeft verzoekster bezwaar ingediend en een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend tegen de feitelijke weigering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond om opvang te bieden aan haar kleinkind. Het college heeft op 4 september 2025 laten weten dat zij verzoekster en haar kleinkind tijdelijk huisvesten in hotel Fletcher. Verzoekster trok daarop haar verzoek om een voorlopige voorziening in, maar vroeg wel om een proceskostenvergoeding. De voorzieningenrechter heeft het college in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek om proceskostenvergoeding, waarop het college heeft aangegeven dat zij bereid zijn om deze toe te wijzen.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoekster het verzoek op persoonlijke titel heeft ingediend, maar dat de feitelijke weigering betrekking heeft op haar kleinkind. Dit roept de vraag op of verzoekster wel als belanghebbende kan worden aangemerkt. Aangezien het kleinkind een alleenstaande minderjarige ontheemde is, heeft de voorzieningenrechter verzoekster als belanghebbende aangemerkt. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om proceskostenvergoeding toegewezen, omdat het college aan verzoekster tegemoet is gekomen door tijdelijke huisvesting te bieden.
De voorzieningenrechter heeft de proceskosten berekend op € 907,-, omdat verzoekster zich heeft laten bijstaan door een gemachtigde die een proceshandeling heeft verricht. Het college is veroordeeld tot betaling van deze kosten aan de rechtsbijstandverlener. De voorzieningenrechter heeft ook opgemerkt dat het college het door verzoekster betaalde griffierecht van € 194,- kan vergoeden. De uitspraak is gedaan op 21 oktober 2025 door de voorzieningenrechter in aanwezigheid van de griffier.