Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs.
maximaal 50 km/u zoals ter plaatse is toegestaan, maar met een snelheid van 115 km/u. De rechtbank oordeelt dat zij geen reden heeft om te twijfelen aan de juistheid van de validatie waaruit die snelheid volgt. Uit het rapport blijkt immers dat de beelden van de personenauto van verdachte weliswaar een “sprong” maakten, zoals de verdediging aanvoert, maar hiervoor wordt door de verbalisanten een (technische) verklaring gegeven: op de beelden van de Golf is de tijd waarbij de frames in beeld zijn langer maar de totale tijd blijft gelijk waardoor de beelden een sprong maakten, maar de ontbrekende frames gaven
geenverandering van de lengte van de beelden. Verder heeft de verdediging geen feiten of omstandigheden aangevoerd die anderszins reden geven om de snelheidsvalidatie in twijfel te trekken. De verklaring van bijrijder, [persoon] , dat hem niets is opgevallen aan de snelheid waarmee verdachte reed, is daartoe in ieder geval onvoldoende. Er is door de verdediging niet om een contra-expertise verzocht.
zeeronvoorzichtig en onoplettend en onachtzaam.