ECLI:NL:RBOBR:2025:975
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WOZ-waarde van een woning en de toepassing van de vergelijkingsmethode door de heffingsambtenaar
In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant op 20 februari 2025, wordt de WOZ-waarde van een woning in Helmond beoordeeld. De heffingsambtenaar had de waarde vastgesteld op € 307.000 voor het kalenderjaar 2023, wat door eiser werd betwist. Eiser, eigenaar van de woning, stelde dat de waarde te hoog was, maar onderbouwde deze claim niet adequaat. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar voldoende bewijs had geleverd voor de vastgestelde waarde, onder andere door een taxatierapport waarin de vergelijkingsmethode was toegepast. Eiser had de mogelijkheid om zijn standpunt te onderbouwen, maar maakte hier geen gebruik van. De rechtbank concludeerde dat de heffingsambtenaar niet in strijd had gehandeld met artikel 40 van de Wet WOZ, omdat de gevraagde gegevens niet onder deze wet vallen. De rechtbank riep het kantoor van eisers gemachtigde op om zorgvuldiger te procederen en niet standaardgrieven in te dienen zonder adequate onderbouwing. Uiteindelijk werd het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat eiser geen gelijk kreeg en geen vergoeding van proceskosten ontving.