ECLI:NL:RBOBR:2025:976
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling WOZ-waarde van een woning en de toepassing van de vergelijkingsmethode door de heffingsambtenaar
In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant op 20 februari 2025, in de zaak met nummer 23/3659, is de WOZ-waarde van een woning in Helmond aan de orde. De heffingsambtenaar had de waarde van de woning vastgesteld op € 900.000 voor het kalenderjaar 2023. Eiser, de eigenaar van de woning, heeft beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar, die de waarde had gehandhaafd. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de vastgestelde waarde niet te hoog is. De rechtbank wijst erop dat eiser in zijn beroepschrift slechts een blote stelling heeft ingenomen zonder deze te onderbouwen. De heffingsambtenaar heeft ter onderbouwing van de waarde verwezen naar een taxatierapport waarin de vergelijkingsmethode is toegepast. Eiser heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om zijn standpunt verder te onderbouwen. De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar voldoende gegevens heeft overgelegd en dat de klacht van eiser over het niet verstrekken van bepaalde gegevens niet opgaat. De rechtbank roept het kantoor van eisers gemachtigde op om zorgvuldiger te procederen en niet standaardgrieven in te dienen zonder deze te onderbouwen. Uiteindelijk wordt het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.