ECLI:NL:RBONE:2013:BY8166
Rechtbank Oost-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.W.M. Bunt
- L.E.C. van Rijckevorsel-Besier
- W.J.B. Cornelissen
- Rechtspraak.nl
Verlaging van de rijksbijdrage op grond van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs voor Onderwijsgroep Landstede
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Nederland op 9 januari 2013 uitspraak gedaan in het geschil tussen Onderwijsgroep De Landstede en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. De zaak betreft de verlaging van de rijksbijdrage die de Onderwijsgroep ontving op basis van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) voor het jaar 2011. De Minister had de rijksbijdrage met een bedrag van € 462.480,- verlaagd, omdat een docent niet voldeed aan de wettelijk gestelde bekwaamheidseisen. De Onderwijsgroep heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het bezwaar werd deels gegrond en deels ongegrond verklaard door de Minister. De Onderwijsgroep heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Inspectie van het Onderwijs een onderzoek heeft uitgevoerd naar de onderwijstijd van de Onderwijsgroep en op basis daarvan de rijksbijdrage heeft verlaagd. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld, waaronder de inzet van de docent in kwestie, die op het moment van zijn benoeming niet in het bezit was van de vereiste geschiktheidsverklaring. De rechtbank oordeelde dat de onderwijsactiviteiten van deze docent terecht niet zijn meegeteld als onderwijstijd, omdat hij niet voldeed aan de bekwaamheidseisen zoals vastgelegd in de WEB.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het besluit van de Minister om de rijksbijdrage te verlagen in stand blijft, omdat er geen bewijs is dat de Minister de bekostiging onjuist heeft vastgesteld. Het beroep van de Onderwijsgroep is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de rechters en de griffier.