ECLI:NL:RBOVE:2013:4560

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
9 oktober 2013
Publicatiedatum
25 maart 2014
Zaaknummer
C/08/145681 FT RK 1538/13
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.L.J. Koopmans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring in schuldsaneringsverzoek door onbevoegd afgegeven verklaring

Op 9 oktober 2013 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling door [verzoeker]. Dit verzoekschrift, ingediend op 8 oktober 2013, bevatte een verklaring ex artikel 285 lid 1 sub f van de Faillissementswet, welke was afgegeven door de Stichting Christelijke Schuldhulp, die als beschermingsbewindvoerder was aangesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verklaring niet door een bevoegde instantie is afgegeven, aangezien beschermingsbewindvoerders niet tot de in de wet genoemde personen behoren die deze verklaring mogen afgeven. De Hoge Raad heeft in een eerder arrest van 5 november 2010 (NJ 2011, 31) verduidelijkt dat alleen gemeenten, gemeentelijke kredietbanken en bepaalde andere personen bevoegd zijn om deze verklaring te verstrekken. Aangezien de verklaring in dit geval door een onbevoegd persoon is afgegeven, heeft de rechtbank geoordeeld dat [verzoeker] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn verzoek tot schuldsanering. De rechtbank heeft vervolgens de beslissing genomen om [verzoeker] niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek, wat betekent dat het verzoek niet verder in behandeling wordt genomen. Deze uitspraak is gedaan door mr. M.L.J. Koopmans en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Toezicht
Zittingsplaats Almelo
rekestnummers: C/08/145681 FT RK 1538/13
uitspraakdatum: 9 oktober 2013
Vonnis van de rechtbank Overijssel, enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken op het verzoek van:

[verzoeker],

geboren op [geboortedatum] te[geboortedatum],
wonende te [woonplaats], [adres].
verder [verzoeker] te noemen.
Ten aanzien van de goederen van [verzoeker] is op 4 maart 2010 een onderbewindstelling uitgesproken, met benoeming van de Stichting Christelijke Schuldhulp te Enschede tot (beschermings)bewindvoerder.

Het procesverloop

[verzoeker] heeft een verzoekschrift ingediend de toepassing van de schuldsaneringsregeling uit te spreken.

De beoordeling

De feiten
Op 8 oktober 2013 heeft de rechtbank een verzoekschrift tot toepassing van de schuldsaneringsregeling met bijlagen van [verzoeker] ontvangen.
Bij het verzoekschrift is een verklaring ex artikel 285 lid 1 sub f Faillissementswet (Fw.) gevoegd, welke is afgegeven door de Stichting Christelijke Schuldhulp.
De overwegingen van de rechtbank
De rechtbank overweegt dat de Hoge Raad bij arrest van 5 november 2010 (NJ 2011, 31) heeft bepaald dat een verklaring ex artikel 285 lid 1 sub f Fw. niet alleen door gemeenten en gemeentelijke kredietbanken, maar ook door in artikel 48 lid 1 onder c Wet op het consumentenkrediet (WcK) genoemde personen mag worden afgegeven. De rechtbank concludeert dat beschermingsbewindvoerders niet tot deze personen behoren. Nu de verklaring ex artikel 285 lid 1 sub f Faillissementswet in het onderhavige geval is afgegeven door een beschermingsbewindvoerder, is de verklaring afgegeven door een onbevoegd persoon/onbevoegde instantie. Dientengevolge dient [verzoeker] naar het oordeel van de rechtbank niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn verzoek.

De beslissing

De rechtbank:
- verklaart [verzoeker] niet-ontvankelijk in zijn verzoek;
Gewezen door mr. M.L.J. Koopmans, lid van genoemde kamer, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 oktober 2013, in tegenwoordigheid van de griffier.