ECLI:NL:RBOVE:2013:CA0771

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
3 mei 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
Awb 13/334
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onterecht niet in behandeling genomen bezwaarschrift inzake nadeelcompensatie milieuvergunning

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel geoordeeld over de ontvankelijkheid van een beroep dat door eisers was ingesteld tegen een besluit van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hellendoorn. Het betreft een verzoek om schadevergoeding dat eisers hebben ingediend naar aanleiding van een milieuvergunning die aan een buurman was verleend. De rechtbank heeft vastgesteld dat het bezwaarschrift van eisers ten onrechte niet in behandeling is genomen, maar door verweerder als beroepschrift is doorgezonden naar de rechtbank Oost-Nederland. De rechtbank heeft in haar overwegingen verwezen naar de Van Vlodrop-uitspraak, waarin is bepaald dat de bezwaarprocedure niet kan worden overgeslagen in gevallen van weigering van nadeelcompensatie in verband met een verleende milieuvergunning.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen wijziging in het systeem van rechtsbescherming heeft plaatsgevonden na de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Dit betekent dat de bezwaarprocedure, zoals voorgeschreven in artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), moet worden gevolgd voordat beroep kan worden ingesteld. De rechtbank heeft het beroepschrift van eisers met toepassing van artikel 6:15, eerste lid, van de Awb teruggezonden naar verweerder, zodat het als bezwaarschrift kan worden behandeld.

Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat er geen voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten zijn, maar heeft zij wel geoordeeld dat het door eisers betaalde griffierecht van € 156,- door verweerder moet worden vergoed, omdat verweerder eisers op het verkeerde spoor heeft gezet met betrekking tot de juiste rechtsgang.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL
Bestuursrecht
Zittingsplaats Zwolle
Registratienummer : Awb 13/334
Bestreden besluit : 23 juli 2012
Datum zitting : 23 april 2013
Proces-verbaal van de op de openbare zitting op de hierboven vermelde datum gedane mondelinge uitspraak
in het geding tussen:
[eisers],
wonende te Haarle,
gemachtigde: [gemachtigde]
en
het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hellendoorn,
verweerder.
Na sluiting van het onderzoek ter zitting doet de rechtbank onmiddellijk mondeling uitspraak.
Beslissing
De rechtbank:
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 156,- aan eisers te vergoeden.
Overwegingen
Eisers hebben verzocht om vergoeding van de door hen gestelde (en overigens nog niet onderbouwde) schade, door hen geleden mede ten gevolge van de door verweerder aan de buurman van eisers, de heer [naam], [adres] te Haarle, op 29 oktober 2009 verleende milieuvergunning.
Bij besluit van 23 juli 2012 heeft verweerder dat verzoek afgewezen, waarna eisers bij brief van 17 augustus 2012 bezwaar hebben gemaakt tegen dat besluit.
Op 22 januari 2013 heeft de Adviescommissie bezwaarschriften verweerder geadviseerd het bezwaarschrift, voor zover dat is gericht tegen de weigering om nadeelcompensatie toe te kennen voor zover de gepretendeerde schade samenhangt met de milieuvergunning van 29 oktober 2009, als beroepschrift door te zenden naar de rechtbank Oost-Nederland.
Op 29 januari 2013 heeft verweerder dit advies overgenomen waarna hij bij brief van 4 februari 2013 het bezwaar als beroepschrift heeft doorgezonden.
Verweerder heeft voor deze doorzending argumenten ontleend aan de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 6 mei 1997 (LJN: AA6762), beter bekend als de Van Vlodrop-uitspraak. Voorts heeft verweerder in artikel 1.7 van de Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aanleiding gevonden het bezwaar niet door te zenden aan de Afdeling maar aan de rechtbank.
De rechtbank is van oordeel dat het bezwaarschrift ten onrechte niet in behandeling is genomen als bezwaarschrift doch is doorgezonden.
De rechtbank leest in de Van Vlodrop-uitspraak niet dat de bezwaarprocedure in het geval van de weigering van nadeelcompensatie in verband met een verleende milieuvergunning, kan worden overgeslagen. De Van Vlodrop-uitspraak regelt de bevoegdheidsverdeling in zaken als de onderhavige tussen de diverse colleges van de rechterlijke macht, doch niet dat de bezwaarprocedure die volgens artikel 7:1 van de Awb dient te worden gevoerd kan worden overgeslagen, indien tegen het schadeveroorzakend besluit geen bezwaarmogelijkheid open heeft gestaan.
De rechtbank vindt voor deze uitleg steun – onder meer – bij de uitspraak van de Afdeling van 21 januari 2004 (LJN: AO1966). In die zaak is vergoeding van schade verzocht die is gerelateerd aan een aan een derde verleende milieuvergunning. In die zaak heeft verweerder het tegen de weigering ingediende bezwaar behandeld en op dat bezwaar beslist. Daartegen is vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank en daarvan zegt de Afdeling dat dat niet terecht was. De rechtbank was niet bevoegd om kennis te nemen van het beroep. Er had rechtstreeks beroep moeten worden ingesteld bij de Afdeling.
De Afdeling overweegt daarin niet dat ten onrechte het bezwaar niet is doorgezonden.
De rechtbank is niet gebleken dat met de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) dit systeem van rechtsbescherming is gewijzigd ter zake van zaken als de onderhavige.
Het vorenoverwogene leidt er toe dat alvorens beroep kan worden ingesteld de bezwaarprocedure dient te worden gevolgd. Nu dat thans nog niet het geval is geweest zal de rechtbank het beroepschrift met toepassing van artikel 6:15, eerste lid, van de Awb terugzenden naar verweerder opdat het als bezwaarschrift zal worden behandeld.
Tegen de nog te nemen beslissing op bezwaar staat beroep open bij de rechtbank. Ingevolge artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Invoeringswet Wabo is de aan het verzoek om schadevergoeding ten grondslag gelegde milieuvergunning gelijkgesteld met een omgevingsvergunning voor de betrokken activiteit. Omdat de rechtbank bevoegd is te oordelen over beroep tegen een omgevingsvergunning is de rechtbank tevens bevoegd te oordelen over het beroep tegen een zelfstandig schadebesluit op een verzoek om vergoeding van schade veroorzaakt door een met een omgevingsvergunning gelijk te stellen milieuvergunning.
Anders dan verweerder stelt is artikel 1.7, eerste lid, van de Invoeringswet Wabo niet van toepassing omdat het verzoek om schadevergoeding niet is ingediend vóór de inwerkingtreding van de Wabo op 1 oktober 2010.
Er zijn geen voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten. Gelet op de omstandigheid dat verweerder eisers waar het de juiste rechtsgang betreft, op het verkeerde spoor heeft gezet, is er aanleiding om te bepalen dat aan eisers het door hen betaalde griffierecht van € 156,- wordt vergoed.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal dat door mr. J.W.M. Bunt en mr. A. Landstra, als griffier, is ondertekend.
Uitgesproken in het openbaar op
Afschrift verzonden op:
Rechtsmiddel
Een belanghebbende en het bestuursorgaan kunnen binnen zes weken na de datum van verzending van een afschrift van het proces-verbaal van de mondelinge uitspraak hoger beroep instellen door toezending van een beroepschrift en een kopie van het afschrift proces-verbaal aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag.
U kunt ook digitaal hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Kijk op www.raadvanstate.nl voor meer informatie over het indienen van digitaal beroep.