ECLI:NL:RBOVE:2014:1521
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- E.V.A. Groener
- Rechtspraak.nl
Wijziging van alimentatie op basis van Duitse uitspraak en toepassing van de Alimentatieverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 19 februari 2014 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van een Duitse alimentatiebeschikking. De man, verzoeker, heeft verzocht om de Duitse uitspraak van het Amtsgericht Nordhorn van 15 juni 2009 in te trekken of te wijzigen, omdat hij van mening is dat deze niet meer voldoet aan de wettelijke maatstaven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man sinds juni 2013 een ziektewetuitkering ontvangt en dat zijn inkomen aanzienlijk is gedaald. De vrouw, verweerster, heeft het verweer gevoerd dat de man niet alleen afhankelijk is van zijn uitkering, maar ook een nabetaling van € 30.000 heeft ontvangen en in staat is om paarden te onderhouden.
De rechtbank heeft eerst de bevoegdheid van de Nederlandse rechter beoordeeld op basis van de Alimentatieverordening. Aangezien de vrouw op het moment van indiening van het verzoek in Nederland woonachtig was, was de Nederlandse rechter bevoegd. De rechtbank heeft vervolgens geconcludeerd dat de Duitse uitspraak zonder vorm van proces in Nederland erkend dient te worden. De man is niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek om de Duitse uitspraak in te trekken, maar de rechtbank kan wel de alimentatie opnieuw vaststellen voor de toekomst.
De rechtbank heeft de gewijzigde omstandigheden van de man erkend, maar heeft geoordeeld dat hij niet voldoende bewijs heeft geleverd van zijn financiële situatie om een lagere alimentatie te rechtvaardigen. Uiteindelijk heeft de rechtbank bepaald dat de man vanaf 22 oktober 2013 € 25 per kind per maand moet bijdragen in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige kinderen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de man is niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek om de Duitse uitspraak in te trekken.