RECHTBANK OVERIJSSEL
Bestuursrecht
Registratienummers: Awb 13 / 2793 en 13 / 2794
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
BVG Vastgoed B.V.,
gevestigd te Oosterbeek, verzoekster,
gemachtigde: H.J. van der Leij, werkzaam bij Van der Leij vastgoed advies te Arnhem
het college van burgemeester en wethouders van Zwolle,
verweerder,
gemachtigde: mr. V.A. Textor, advocaat te Arnhem.
Derde belanghebbende: IKEA Beheer B.V., gevestigd te Amsterdam Zuidoost,
gemachtigde: mr. R.J.G. Bäcker, advocaat te Rotterdam.
Bij besluit van 15 oktober 2013 heeft verweerder aan IKEA Beheer B.V. (hierna te noemen IKEA) een omgevingsvergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) verleend voor het oprichten van een IKEA-vestiging met navigatiemast, negen windmolens, een parkeergarage inclusief infrastructuur en het plaatsen van bijbehorende reclameobjecten op het perceel Diepholtstraat 3/hoek Nieuwleusenerdijk/Bentheimstraat op het bedrijventerrein Hessenpoort te Zwolle.
Tegen dit besluit heeft verzoekster op 4 december 2013 beroep ingesteld.
Op 4 december 2013 heeft verzoekster aan de voorzieningenrechter verzocht om het besluit van 15 oktober 2013 te schorsen of om een voorlopige voorziening te treffen in afwachting van het moment waarop op het beroepschrift is beslist.
Het verzoek is ter zitting van 10 januari 2014 behandeld. Verzoekster is verschenen bij gemachtigden H.J. van der Leij en J.G. Boeve. Verweerder heeft zich laten vertegen-woordigen door mr. V.A. Textor, voornoemd, en W. Bosch, medewerker van de gemeente Zwolle. Voor IKEA zijn verschenen mr. R.J.G. Bäcker, voornoemd, en E. van der Zee, projectleider.
Overwegingen
Op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kan de voorzieningenrechter op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Bij de vereiste belangenafweging gaat het om een afweging van enerzijds het belang van de verzoekster dat een onverwijlde voorziening wordt getroffen en anderzijds het door de onmiddellijke uitvoering van het besluit te dienen belang.
Op grond van artikel 8:86 van de Awb is de voorzieningenrechter bevoegd onmiddellijk uitspraak te doen in de hoofdzaak, indien het verzoek om een voorlopige voorziening te treffen wordt gedaan indien beroep bij de rechtbank is ingesteld en de voorzieningenrechter van oordeel is dat na de zitting bedoeld in artikel 8:83, eerste lid van de Awb, nader onderzoek redelijkerwijs niet kan bijdragen aan de beoordeling van de zaak.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat de feiten en omstandigheden in de hoofdzaak geen nader onderzoek vergen. De voorzieningenrechter zal daarom onmiddellijk uitspraak doen in de hoofdzaak.
Crisis- en herstelwet van toepassing
De aanvraag van IKEA van 4 juni 2013 betreft een omgevingsvergunning waarbij - onder meer - met toepassing van artikel 2.12, eerste 1id, onder a onder 3°, van de Wabo van het bestemmingsplan wordt afgeweken ten behoeve van de aanleg of wijziging van wegen.
Ingevolge van artikel 1.1, eerste lid, onder a, juncto Bijlage I, categorie 3.4 van de Crisis- en herstelwet (Chw), valt de aanvraag derhalve onder de werking van de Chw, zodat op het besluit van 15 oktober 2013 afdeling 2 van hoofdstuk 1 van die wet van toepassing is. Gelet op artikel 1:6a van de Chw mogen daarom alleen de gronden die in het beroepschrift zijn vermeld door de voorzieningenrechter worden beoordeeld.
Feiten
IKEA heeft op 4 juni 2013 een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor het oprichten van een IKEA-vestiging met navigatiemast, negen windmolens, een parkeergarage inclusief infrastructuur en het plaatsen van bijbehorende reclameobjecten aan de Diepholtstraat 3 en op de hoek Nieuwleusenerdijk/Bentheimstraat (Hessenpoort) te Zwolle.
Het perceel Diepholtstraat 3/hoek Nieuwleusenerdijk/Bentheimstraat (hierna: het perceel) waar IKEA zich wil vestigen maakt deel uit van het bestemmingsplan “Hessenpoort 2”. Dit bestemmingsplan is door de gemeenteraad vastgesteld op 10 april 2006 en door Gedeputeerde Staten van Overijssel op 27 november 2007 goedgekeurd. Het door verzoekster tegen het bestemmingsplan ingestelde beroep is door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) bij uitspraak van 22 mei 2013, nummer 201211054/1/R1, ECLI:NL:RVS:2013:CA0655, ongegrond verklaard. Het bestemmingsplan “Hessenpoort 2” is daardoor onherroepelijk. Het perceel heeft in het bestemmingsplan “Hessenpoort 2” de bestemmingen “Horecadoeleinden hotel-café-restaurant HHCR” (artikel 6 van de planvoorschriften), “Detailhandel tuincentrum DHT” (artikel 7), “Verkeersdoeleinden V” (artikel 8), “Groenvoorziening met Water GW” (artikel 13), de dubbelbestemming “Militaire laagvliegroute met daarbij de aanduidingen “gebied 2 waarvoor een wijzigingsbevoegdheid geldt”, “ontsluitingsweg (ow)”, “verwijzing naar dwarsprofiel 7”, “verwijzing naar dwarsprofiel 16”, “verwijzing naar dwarsprofiel 17” en “verwijzing naar dwarsprofiel 18”.
Voor de grond met de bestemming “Horecadoeleinden hotel-café-restaurant HHCR” is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor wijziging in de bestemming “Bedrijventerrein BT” (op de plankaart aangeduid als “gebied 2”).
Het bouwplan voor een IKEA-vestiging en de terreininrichting, inclusief de navigatiemast, calamiteitenroute en de ontsluiting van vrachtverkeer aan de zuidzijde van het terrein, zijn in strijd met bestemmingsplan Hessenpoort 2.
Met het oog op de vestiging van IKEA moet de infrastructuur worden aangepast. De Nieuwleusenerdijk, de Hermelenweg, het te verbreden fietspad aan de zuidzijde van het terrein van IKEA en de geprojecteerde ontsluitingsweg (toekomstige Diepholtstraat), inclusief de aanpassing aan de watergang, vanaf de Nieuwleusenerdijk naar Intratuin en IKEA tot aan de Bentheimstraat, zijn gedeeltelijk gelegen in de plangebieden van de bestemmingsplannen “Hessenpoort” en “Hessenpoort 2”. De infrastructuur die valt binnen het plangebied Hessenpoort is in overeenstemming met de daarin opgenomen bestemming “Verkeer en gedeeltelijk Groen”.
De geprojecteerde ontsluitingsweg en de aanpassing van de watergang vanaf de Nieuw-leusenerdijk tot aan de Bentheimstraat zijn eveneens in strijd met het bestemmingsplan Hessenpoort 2, met uitzondering van de aanleg van een ontsluitingsweg met een profiel van 8 meter breed vanaf de Bentheimstraat tot aan het perceel van Intratuin.
De aanleg van het fiets- en voetpad langs de Nieuwleusenerdijk aan de noordzijde van de percelen van IKEA en Intratuin zijn vanwege de maatvoering eveneens in strijd met het bestemmingsplan Hessenpoort 2. Het gebruik van deze paden past wel binnen de bestemming “Groenvoorziening met Water GW”.
Verweerder heeft de aanvraag op grond van artikel 2.10, tweede lid, van de Wabo, tevens aangemerkt als een aanvraag voor het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan (artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo).
De aanvraag en de ontwerpbeschikking met bijbehorende stukken hebben met ingang van
13 juni 2013 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Er zijn onder andere door verzoekster zienswijzen ingediend tegen dit besluit.
Op 15 oktober 2013 heeft verweerder aan IKEA de gevraagde omgevingsvergunning verleend. De omgevingsvergunning is verleend voor de volgende activiteiten:
1.het (ver)bouwen van een bouwwerk (artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo);
2.het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan (artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo);
3.het verrichten van een andere activiteit (dan genoemd in artikel 2.1, eerste lid, onder a-h, van de Wabo) die van invloed kan zijn op de fysieke leefomgeving (artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo);
4.het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van handelsreclame (artikel 2.2, eerste lid, onder h, van de Wabo).