Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[verzoekster],
[belanghebbende],
Het procesverloop
De feiten
- [A], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1], en
- [E], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 2].
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Overijssel op 26 augustus 2014 uitspraak gedaan in een verzoek van een grootmoeder om een omgangsregeling met haar kleinkinderen vast te stellen. De grootmoeder stelde dat er sprake was van een nauwe persoonlijke betrekking met de kinderen, aangezien zij gedurende hun leven regelmatig op hen had gepast en een sterke band met hen had opgebouwd. De moeder van de kinderen, echter, betwistte dit en stelde dat de kinderen geen behoefte hadden aan contact met de grootmoeder, vooral niet in het licht van de problematiek tussen de ouders. De moeder voerde aan dat de kinderen grootmoeder niet wilden zien, vooral niet als hun vader ook aanwezig zou zijn.
De kinderrechter heeft de feiten en omstandigheden zorgvuldig gewogen. Volgens artikel 1:377a van het Burgerlijk Wetboek heeft een kind recht op omgang met degene die in een nauwe persoonlijke betrekking tot hem staat. De kinderrechter oordeelde dat de grootmoeder onvoldoende concrete feiten had aangedragen die zouden aantonen dat er sprake was van een nauwe persoonlijke betrekking, zoals bedoeld in de wet en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De kinderrechter concludeerde dat er geen sprake was van 'family life' en verklaarde de grootmoeder niet-ontvankelijk in haar verzoek.
Daarnaast werd de grootmoeder veroordeeld in de proceskosten, omdat zij de procedure had aangespannen zonder dat er voldoende basis was voor haar verzoek. De kosten werden begroot op € 869, waarvan een deel aan de moeder en een deel aan de griffier moest worden betaald. De kinderrechter merkte op dat het voor de kinderen en de grootmoeder gunstig zou zijn om contact te hebben, maar dat een rechtens afdwingbare omgangsregeling niet haalbaar was. De beschikking is openbaar uitgesproken en kan door belanghebbenden worden aangevochten.