In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 17 december 2014 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiser, de enige bestuurder van Arthos Marketing & Sales BV, en gedaagden, die een weblog beheren met negatieve uitlatingen over eiser en zijn bedrijf. Eiser vorderde de verwijdering van de weblog www.mijn-okhuis-ervaring.nl en een verbod op het openen van nieuwe weblogs die verband houden met hem of zijn bedrijf, onder verbeurte van een dwangsom. Eiser stelde dat de uitlatingen op de weblog onrechtmatig waren en zijn eer en goede naam aantastten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geschillen waren ontstaan tussen gedaagden en Flevomeer Vastgoed BV over de uitvoering van een bouwproject. Eiser heeft geprobeerd om de negatieve uitlatingen te laten verwijderen, maar gedaagden hebben hieraan geen gehoor gegeven. De rechtbank heeft de vorderingen van eiser afgewezen, omdat het belang van gedaagden om zich vrij te uiten zwaarder woog dan de belangen van eiser. De rechtbank oordeelde dat de uitlatingen op de weblog niet onrechtmatig waren en dat eiser onvoldoende had aangetoond dat hij eigenaar was van het merk OK Huis.
De voorzieningenrechter concludeerde dat de negatieve uitlatingen op de website niet als intimiderend of grievend konden worden gekwalificeerd en dat er geen sprake was van chantage. Eiser werd veroordeeld in de proceskosten van gedaagden, die op € 1.684,00 werden begroot. De uitspraak benadrukt de afweging tussen het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht op bescherming van eer en goede naam, waarbij in dit geval het belang van de vrijheid van meningsuiting prevaleerde.