Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], te [woonplaats], eiser,
het college van burgemeester en wethouders van Deventer, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
proceshandelingenen niet, zoals verweerder stelt, van (het bewijs van) de daadwerkelijk gemaakte kosten. Daaruit volgt dat verweerder aan eiser, nu namens hem een bezwaarschrift is ingediend, met inachtneming van het Bpb en de daarbij behorende bijlage, een proceskostenvergoeding dient toe te kennen. Aan toekenning van een vergoeding van kosten van beroepsmatig verleende rechtsbijstand staat niet in de weg dat die bijstand is verleend op basis van “no cure, no pay”.
-Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit, voor zover daarbij is besloten niet over te gaan tot een proceskostenvergoeding;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser in bezwaar tot een bedrag van
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 165,-- aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser in beroep tot een bedrag van
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op