Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
B.V.werkzaam geweest bij Renault Bochane. Daarna heeft eiser een WW-uitkering aangevraagd.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 15 april 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) over de toekenning van een WW-uitkering en de hoogte van het dagloon. Eiser, die eerder werkzaam was bij Autobedrijf Renault Oving B.V., heeft een WW-uitkering aangevraagd na beëindiging van zijn dienstverband. Het UWV heeft hem een uitkering toegekend op basis van een dagloon van € 93,55, maar heeft ook een maatregel van 5% opgelegd voor de duur van één maand omdat eiser niet tijdig een aanvraag voor de WW-uitkering had ingediend en zich niet als werkzoekende had geregistreerd.
Eiser heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld, stellende dat het bestreden besluit in strijd is met de wet en dat de dagloongarantie niet correct is toegepast. De rechtbank heeft vastgesteld dat de wetgever bewust heeft gekozen om de dagloongarantie alleen van toepassing te laten zijn op werknemers die reeds een WW-uitkering ontvangen. De rechtbank oordeelt dat het UWV terecht de hoogte van het dagloon heeft vastgesteld op basis van de laatste dienstbetrekking en dat eiser niet in aanmerking komt voor de garantieregeling, omdat hij geen WW-uitkering heeft ontvangen na beëindiging van zijn voorlaatste dienstverband.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de opgelegde maatregel van 5% terecht is opgelegd, omdat eiser zijn verplichtingen niet is nagekomen. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om in hoger beroep te gaan.