Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
gemachtigde: A. Oosters,
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De feiten
3.Het geschil
4.Beoordeling van het geschil
5.Proceskosten
6.Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 3 juni 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een eigenaar van een winkelpand in Deventer, en de heffingsambtenaar van de Regionale Belastingsamenwerking. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde WOZ-waarde van haar onroerende zaak, die door de verweerder was vastgesteld op € 5.098.000,- per waardepeildatum 1 januari 2013. Eiseres betoogde dat de waarde te hoog was, omdat zij het pand in verhuurde staat had gekocht en dat dit de aankoopprijs had beïnvloed. De rechtbank heeft vastgesteld dat de waarde van de onroerende zaak niet alleen op basis van de aankoopprijs kan worden bepaald, maar dat ook rekening gehouden moet worden met de invloed van het huurcontract op de prijs. De rechtbank oordeelde dat de verweerder niet aannemelijk had gemaakt dat de WOZ-waarde niet te hoog was vastgesteld en dat het beroep van eiseres gegrond was. De rechtbank heeft de WOZ-waarde vastgesteld op € 4.400.000,- en de uitspraak op bezwaar vernietigd. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die in totaal € 1.641,- bedragen, en het griffierecht van € 331,- dient te vergoeden.