In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Overijssel op 7 mei 2015 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van de moeder om het ouderlijk gezag over de minderjarigen te wijzigen en de omgangsregeling met de vader te beëindigen. De moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. B. Bentem, heeft aangevoerd dat de communicatie tussen de ouders ernstig is verslechterd en dat de vader niet bereid is om zich te verontschuldigen voor een incident dat heeft plaatsgevonden op 11 oktober 2013. De vader heeft aangegeven dat hij geen excuses zal maken en dat hij het contact met de kinderen wil herstellen.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders sinds oktober 2013 niet in staat zijn geweest om gezamenlijk het gezag uit te oefenen en dat de communicatieproblemen zo ernstig zijn dat het in het belang van de kinderen is dat de moeder het eenhoofdig gezag krijgt. De kinderrechter heeft ook geoordeeld dat de omgang tussen de vader en de kinderen niet kan worden voortgezet, omdat de vader niet in staat is om de nodige voorwaarden te bieden voor een gezonde omgang. De kinderrechter heeft de vader het recht op omgang met de kinderen ontzegd en de moeder verplicht om de vader op de hoogte te houden van de ontwikkelingen van de kinderen.
De beslissing van de kinderrechter is genomen met het oog op het welzijn van de minderjarigen, waarbij de belangen van de kinderen voorop staan. De kinderrechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ook al kan de vader hiertegen in beroep gaan.