Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- het tussenvonnis van 12 augustus 2015
- het proces-verbaal van comparitie van 1 oktober 2015
2.De feiten
Bij tussenvonnis van 27 april 2010 is [gedaagde 1] opgedragen bewijs te leveren van zijn stelling dat [eiseres] van [gedaagde 1] , al dan niet via [A] , een bedrag van € 6.500,00 heeft ontvangen. In enquête heeft [gedaagde 1] achtereenvolgens de heren [gedaagde 1] , [C] en [A] doen horen.
Hierbij verklaar ik [A] geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] wonende te [woonplaats 1] , geheim adres, als volgt.
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
woensdag 23 december 2015, waarna [gedaagde 1] zes weken nadien in de gelegenheid zal worden gesteld hierop te reageren en verwijst de zaak daartoe naar de rol van
woensdag 3 februari 2016,