ECLI:NL:RBOVE:2015:5489
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering van uitkering wegens betalingsonmacht en de vraag naar de arbeidsovereenkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 15 december 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een voormalig werknemer van Bliss B.V., en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). Eiser had een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) na het faillissement van zijn werkgever. Het UWV weigerde de uitkering op basis van betalingsonmacht, omdat niet was aangetoond dat er een arbeidsovereenkomst bestond tussen eiser en Bliss. Eiser stelde dat hij op 1 juni 2013 in dienst was getreden als acquisiteur vastgoed, maar het UWV concludeerde dat er geen bewijs was van een privaatrechtelijke dienstbetrekking. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig onderzocht, waaronder de aanvraag van eiser, de besluiten van het UWV en de bewijsstukken die eiser had overgelegd. De rechtbank oordeelde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij en Bliss daadwerkelijk een arbeidsovereenkomst hadden gesloten. Er was geen bewijs van het verrichten van werkzaamheden, geen gezagsverhouding en geen loonbetalingen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond, wat betekent dat de beslissing van het UWV om de uitkering te weigeren werd bevestigd. Eiser heeft geen recht op de gevraagde uitkering, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.