Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[verzoekster] ,
1. [belanghebbende] ,
2. mr. [E] , bijzonder curator,
Het procesverloop
De vaststaande feiten
De man heeft dit kind op 28 mei 2014 erkend.
28 mei 2014 gedane erkenning door de man van [D] .
niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. In art. 1:212 BW is bepaald dat in zaken van afstamming het minderjarige kind, optredend als verzoeker of belanghebbende, wordt vertegenwoordigd door een bijzonder curator daartoe benoemd door de rechtbank die over de zaak beslist. Dit betekent dat slechts de bijzonder curator voor de minderjarige een verzoek betreffende afstammingskwesties kan indienen. Als belangenbehartiger van de minderjarige is de bijzonder curator van mening dat het door de wettelijk vertegenwoordigster gedane verzoek in het belang is van de minderjarige. Om die reden verzoekt de bijzonder curator de wettelijk vertegenwoordigster wel ontvankelijk te verklaren.
De beoordeling van het verzoek en de motivering van de beslissing
Bij de beoordeling van een verzoek als het onderhavige staat namelijk het belang van het kind centraal en is een nadere afweging van de belangen van alle betrokkenen noodzakelijk.