Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering,
[minderjarige], geboren te [geboorteplaats] op [2004].
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Overijssel op 22 januari 2015 uitspraak gedaan over een verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling (OTS) van een minderjarige. Het verzoek is ingediend door de gezinsvoogdijinstelling, die de OTS voor de duur van een jaar wilde verlengen. De kinderrechter heeft echter geoordeeld dat de ontwikkeling van de minderjarige niet zodanig bedreigd is dat een verlenging van de OTS noodzakelijk is. De minderjarige, geboren in 2004, is betrokken in een complexe situatie waarbij de ouders gescheiden zijn en er sprake is van onverwerkte trauma's. De moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. C.A.F. Schoemaker, heeft verzocht om beëindiging van de OTS, terwijl de vader de verlenging steunde uit angst voor verlies van contact met zijn kind.
De kinderrechter heeft de standpunten van alle betrokkenen gehoord, waaronder de gezinsvoogdijinstelling en de GZ-psychologe mevrouw Plooy. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de minderjarige niet gedwongen moet worden om te werken aan het verwerken van zijn trauma's, vooral omdat hij daar zelf niet achter staat. De kinderrechter heeft het advies van de GZ-psychologe zwaarder gewogen dan dat van de jeugdbeschermer, die voor verlenging pleitte. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige redelijk goed functioneert en dat de OTS niet langer nodig is. De kinderrechter heeft het verzoek tot verlenging van de OTS afgewezen, met als gevolg dat de minderjarige niet gedwongen zal worden tot verdere behandeling tegen zijn wil.
Deze beslissing is genomen in het belang van de minderjarige, waarbij de kinderrechter heeft benadrukt dat het welzijn van het kind voorop staat. De kinderrechter heeft de beschikking openbaar uitgesproken, waarbij de griffier M.R. Asveld aanwezig was.