Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling.
2.Waarvan kan worden uitgegaan
3.De beoordeling
816,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vordert eiser, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. R.W. Hoevers, een veroordeling van gedaagde tot betaling van € 50.000,00, vermeerderd met rente en kosten. Dit bedrag betreft een schadevergoeding die door de verzekeraar Aegon is overgemaakt op de derdenrekening van [X] B.V., waarvan gedaagde de bestuurder is. Eiser stelt dat gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld door de smartengelduitkering op de derdenrekening te laten bijschrijven, terwijl hij op de hoogte was van het beslag dat de Belastingdienst op deze rekening had gelegd. Eiser heeft dringend behoefte aan de schadevergoeding voor noodzakelijke uitgaven.
Gedaagde heeft verweer gevoerd, maar de voorzieningenrechter oordeelt dat gedaagde als bestuurder van [X] B.V. een ernstig persoonlijk verwijt kan worden gemaakt. De voorzieningenrechter stelt vast dat gedaagde had moeten begrijpen dat de door hem bewerkstelligde handelwijze zou leiden tot het niet nakomen van de verplichtingen van de vennootschap jegens eiser. De voorzieningenrechter concludeert dat de belangenafweging in het voordeel van eiser uitvalt en dat de vordering tot betaling van € 50.000,00 zal worden toegewezen. Gedaagde wordt ook veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van eiser zijn begroot op € 1.795,08.