ECLI:NL:RBOVE:2016:1642

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
12 mei 2016
Publicatiedatum
12 mei 2016
Zaaknummer
08/730668-15
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek in een strafzaak betreffende poging tot doodslag en mishandeling

Op 12 mei 2016 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, het onderzoek heropend in een strafzaak tegen een 20-jarige man uit Apeldoorn, die verdacht wordt van het neersteken van een man in Deventer op 24 oktober 2015. De rechtbank oordeelt dat het noodzakelijk is om het slachtoffer en twee artsen te horen over de opgelopen verwondingen. Tijdens de openbare terechtzitting op 28 april 2016 is gebleken dat het onderzoek niet volledig is geweest, met name over de diepte van de steekwond in het schouderblad van het slachtoffer. De rechtbank heeft vastgesteld dat de behandelend SEH-arts zich op 14 april 2016 heeft beroepen op zijn verschoningsrecht, waardoor belangrijke informatie niet beschikbaar is gekomen.

De rechtbank heeft besloten om de artsen als getuigen te horen, omdat hun bevindingen van wezenlijk belang zijn voor de beoordeling van de feiten. De rechtbank heeft ook vragen over de medische gegevens van het slachtoffer en de interpretatie van de letselverklaring door de GGD-arts. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting heropend en geschorst tot een nader te bepalen zitting, waarbij de stukken in handen worden gesteld van de rechter-commissaris. De beslissing om het onderzoek te heropenen is genomen met het oog op de waarheidsvinding en de noodzaak om alle relevante getuigen te horen.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08/730668-15
Datum vonnis: 12 mei 2016
Tussenvonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1985 te [geboorteplaats 1] ,
wonende/verblijvende te [woonplaats 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 28 april 2016.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. G.C. Pol en van hetgeen door de verdachte en diens raadsman mr. A. Boumanjal, advocaat te Utrecht, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte, al dan niet samen met anderen zich heeft schuldig gemaakt aan:
primair:poging tot doodslag;
subsidiair:poging tot zware mishandeling;
meer subsidiair:mishandeling.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
hij op of omstreeks 24 oktober 2015 te Deventer
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
[slachtoffer]
opzettelijk
van het leven te beroven,
- die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal (met kracht) met een mes, althans
een scherp en/of puntig voorwerp, in zijn lichaam (onder zijn
(linker-)schouder) en/of zijn hand(en) en/of zijn nek/hals, althans het
lichaam, heeft gestoken en/of gesneden en/of geprikt, en/of
- die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal heeft gestoken in de richting van
het lichaam en/of de nek/hals en/of de hand(en),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 24 oktober 2015 te Deventer
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
aan [slachtoffer]
opzettelijk
zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, door
- die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal (met kracht) met een mes, althans
een scherp en/of puntig voorwerp, in zijn lichaam (onder zijn
(linker-)schouder) en/of zijn hand(en) en/of zijn nek/hals, althans het
lichaam, te steken en/of te snijden en/of te prikken, en/of
- die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal te steken in de richting van
het lichaam en/of de nek/hals en/of de hand(en),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, MEER SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 24 oktober 2015 te Deventer
[slachtoffer] heeft mishandeld door die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal
(met kracht) met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in zijn
lichaam (onder zijn (linker-)schouder) en/of zijn hand(en) en/of zijn
nek/hals, althans het lichaam, te steken en/of te snijden en/of te prikken.

3.Heropening onderzoek

Tijdens de beraadslaging is de rechtbank gebleken dat het onderzoek naar de feiten niet volledig is geweest. Zij acht het daarom noodzakelijk dat nader onderzoek plaatsvindt. Daartoe wordt het volgende in aanmerking genomen.
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting zijn onder meer vragen gerezen omtrent de diepte van de steekwond in het schouderblad van [slachtoffer] . De redenen van wetenschap op grond waarvan door de behandelend SEH-arts [arts 1] , blijkens de letselverklaring d.d. 24 oktober 2015, de conclusie is getrokken dat sprake is van een steekwond van 7-8 cm zijn niet kenbaar geworden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat [arts 1] zich op 14 april 2016 bij zijn verhoor als getuige door de rechter-commissaris heeft beroepen op zijn verschoningsrecht en daarbij heeft verklaard dat zolang er geen toestemming is van [slachtoffer] zijn opstelling niet zal veranderen.
De bevindingen van [arts 1] kunnen naar het oordeel van de rechtbank in dit verband echter van wezenlijk belang zijn voor de beoordeling van de aan verdachte verweten feiten. De rechtbank ziet derhalve aanleiding om [arts 1] daartoe - nogmaals - door de rechter-commissaris als getuige te laten horen. De aan [arts 1] te stellen vragen zijn dezelfde als de vragen die hem op 14 april 2016 zijn gesteld toen een beroep werd gedaan op het verschoningsrecht. Voorts dient [arts 1] te worden gehoord over de (oorzaak van de) overige verwondingen bij [slachtoffer] , te weten aan zijn hals en rechterhand. Hierbij dient te worden betrokken het standpunt van de verdediging dat letsel ook veroorzaakt kan zijn door iets anders dan een mes.
Teneinde [arts 1] als getuige te kunnen doen horen omtrent zijn bevindingen en zijn redenen van wetenschap is voorafgaande uitdrukkelijke mondelinge dan wel schriftelijke toestemming van [slachtoffer] om de medische bevindingen van [arts 1] beschikbaar te stellen aan politie en/of justitie nodig.
Aangever/slachtoffer [slachtoffer] heeft op 24 oktober 2015 tegenover de politie verklaard: “Ik begrijp dat de GGD-arts mijn letsel komt vastleggen. Dat is goed, daar geef ik toestemming voor.” De rechtbank leidt uit die verklaring af dat aangever/slachtoffer [slachtoffer] toestemming heeft gegeven voor het beschikbaar stellen van medische gegevens aan politie en/of justitie, maar dat niet uitdrukkelijk blijkt dat die toestemming ook en/of specifiek betrekking heeft op de bevindingen van [arts 1] . De rechtbank ziet in het voorgaande aanleiding om [slachtoffer] daartoe door de rechter-commissaris als getuige te laten horen.
De rechtbank acht het met het oog op de waarheidsvinding voorts noodzakelijk om GGD-arts [arts 2] als getuige te laten horen omtrent zijn op de letselverklaring d.d. 24 oktober 2015 gebaseerde bevindingen in de letselinterpretatie van 8 februari 2016 en in het bijzonder omtrent zijn conclusie: “Een diepe(re) steekwond op deze plaats van de borstkas is POTENTIEEL DODELIJK LETSEL”. Het is met name niet duidelijk waarom [arts 2] kiest voor de formulering “diepe(re)”. Voorts dienen –ter beoordeling aan de rechter-commissaris- de nadere antwoorden van [arts 1] aan [arts 2] te worden getoetst.
De rechtbank zal het onderzoek ter terechtzitting in verband hiermee heropenen en schorsen tot een, in overleg met de officier van justitie en de verdediging, nader te bepalen terechtzitting.
De rechtbank zal ten behoeve van het horen van de getuigen [slachtoffer] , [arts 1] en [arts 2] de stukken in handen stellen van de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank.

4.De beslissing

De rechtbank:
heropening onderzoek ter terechtzitting
- heropent het onderzoek ter terechtzitting;
nader onderzoek
- stelt de stukken in handen van de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank teneinde als getuige te horen:
- 1. [slachtoffer] ,
geboren op [geboortedatum 2] 1991 te [geboorteplaats 3] (Joegoslavië),
wonende te [woonplaats 2] ;
- 2. [arts 1] ,
geboren op [geboortedatum 3] 1978 te [geboorteplaats 2] ,
SEH-arts Deventer Ziekenhuis, legitimatie: [nummer] ;
- 3. [arts 2] ,
geboren op [geboortedatum 4] 1956,
forensisch arts GGD IJsselland Zwolle;
schorsing onderzoek ter terechtzitting voor onbepaalde tijd
- schorst het onderzoek tot een in overleg met de officier van justitie en de verdediging nog nader te bepalen terechtzitting;
- beveelt de oproeping van verdachte tegen de nog nader te bepalen terechtzitting met afschrift daarvan aan zijn raadsman.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, mr. S.M.M. Bordenga en
mr. S.M. Milani, rechters, in tegenwoordigheid van H. Kamp, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 12 mei 2016.