ECLI:NL:RBOVE:2016:2187

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
20 april 2016
Publicatiedatum
16 juni 2016
Zaaknummer
C/08/184258 / FA RK 16-719
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor inschrijving kinderen op andere school

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Overijssel op 20 april 2016 een beschikking gegeven inzake het verzoek van de moeder om vervangende toestemming te verlenen voor de inschrijving van haar minderjarige kinderen op een andere school. De ouders, die gezamenlijk belast zijn met het gezag, zijn in een echtscheidingsprocedure verwikkeld. De moeder heeft verzocht om de kinderen per direct in te schrijven op de [X] school, omdat de afstand van haar woning naar de huidige school te groot is en zij dagelijks met de kinderen moet fietsen. De vader heeft aanvankelijk geen bezwaar tegen de schoolwisseling, maar koppelt zijn toestemming aan de communicatie tussen hem en de moeder. De kinderrechter heeft vastgesteld dat beide scholen geen bezwaar hebben tegen de schoolwisseling en dat het in het belang van de kinderen is om dichter bij huis naar school te gaan. De kinderrechter heeft daarom de moeder vervangende toestemming verleend om de kinderen in te schrijven op de [X] school, met de overweging dat de sociale contacten van de kinderen ook zullen verbeteren door deze wijziging. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij elke ouder zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Familierecht en Jeugdrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer: C/08/184258 / FA RK 16-719
beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Overijssel d.d. 20 april 2016
inzake
[verzoekster],
verder te noemen: de vrouw en moeder,
wonende te [woonplaats] ,
verzoekster,
advocaat: mr. M. Rijs te Enschede,
en
[belanghebbende],
verder te noemen: de man en vader,
wonende te [woonplaats] ,
belanghebbende,
advocaat: mr. I. Mercanoglu te Enschede.

1.Het procesverloop

1.1.
De kinderrechter heeft kennis genomen van de navolgende bescheiden:
- het verzoek met bijlagen, binnengekomen op 22 maart 2016;
1.2.
De mondelinge behandeling van de zaak heeft met gesloten deuren plaatsgevonden op 11 april 2016. Ter zitting zijn verschenen:
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat,
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat,
- de heer A. Pots, namens de Raad voor de Kinderbescherming, verder te noemen “de raad”.

2.De feiten

2.1.
De vader en de moeder zijn op 2 februari 2011 te Enschede met elkaar gehuwd, uit welk huwelijk zijn geboren de navolgende minderjarige kinderen:
[minderjarige 1], geboren te [geboorteplaats] op [2008] ,
[minderjarige 2], geboren te [geboorteplaats] op [2011] .
De [minderjarige 1] is door de man erkend. De man en de vrouw zijn gezamenlijk belast met het gezag over de minderjarigen. De minderjarigen hebben hun hoofdverblijfplaats bij de vrouw.
2.2.
Bij beschikking van 20 juli 2015 heeft deze rechtbank de echtscheiding tussen de vader en de moeder uitgesproken, welke echtscheidingsbeschikking op 20 augustus 2015 is ingeschreven in de registers van de Burgerlijke Stand.
2.3.
Bij tussenbeschikking van deze rechtbank van 1 februari 2016 is onder meer een voorlopige zorg- en contactregeling bepaald waarbij de kinderen de ene week van vrijdag na schooltijd tot maandagochtend bij hun vader zullen verblijven. In de daarop volgende week zullen de kinderen van zaterdagochtend 10.00 uur tot zondagmiddag 17.00 uur bij hun vader verblijven. Daarnaast heeft de kinderrechter de Raad voor de Kinderbescherming verzocht om een onderzoek in te stellen en de kinderrechter te adviseren over een definitieve zorg- en contactregeling.

3.Het verzoek

De vrouw verzoekt de kinderrechter thans om bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad haar vervangende toestemming te verlenen teneinde de beide minderjarige kinderen per direct op de [X] school in te schrijven.
Volgens moeder is het voor haar ondoenlijk om elke dag de kinderen naar school te brengen gezien de afstand van haar woning tot de huidige school van de kinderen. Mede gezien de leeftijd van de kinderen brengt dat allerlei gevaren met zich mee. Zij heeft een baan en moet de kinderen als gevolg van de beschikking van 1 februari 2016 nu elke dag op de fiets naar school brengen. Vader heeft geen aandeel meer in het naar school brengen en wil dat kennelijk in de toekomst ook niet meer. Zij en de kinderen moeten elke keer een half uur fietsen hetgeen voor haar betekent dat zij die afstand elke dag vier keer moet fietsen en de kinderen elke dag twee keer. Moeder wil de kinderen graag weer inschrijven op hun oude school. Die school is een minuut lopen van haar huidige woning gelegen. Zij heeft met beide scholen overleg gehad en beide scholen hebben haar gezegd dat een overplaatsing op dit moment geen probleem is. Moeder stelt dat zij heeft geprobeerd om hierover met vader in contact te treden maar dat zij geen reactie heeft ontvangen. Omdat zij zijn toestemming nodig heeft om de kinderen over te schrijven en zij die toestemming niet heeft gekregen was zij genoodzaakt om onderhavig verzoek in te dienen.

4.Het verweer

De man heeft ter zitting bij monde van zijn advocaat verweer gevoerd. Hij stelt dat hij telkens weer wordt geconfronteerd met nieuwe verzoeken van de vrouw en heeft het gevoel dat zij hem wil “terugpakken”. Hij heeft eigenlijk geen bezwaar tegen overschrijving van de kinderen naar de andere school, maar hij denkt dat de kinderen beter dit schooljaar op de huidige school kunnen afmaken om volgend schooljaar op de [X] school te beginnen. Hij heeft ook met beide scholen gesproken en erkent hetgeen de vrouw heeft gesteld over het advies van de scholen. Hij heeft echter grote moeite met het niet willen communiceren van moeder met hem. Ter zitting heeft hij verklaard dat hij weet dat de kinderen het leuk zouden vinden indien zij weer naar de [X] school zouden gaan. Hij heeft gesteld dat hij akkoord kan gaan met een schoolwijzing mits moeder weer met hem wil gaan communiceren.

5.De beoordeling

De kinderrechter dient te beslissen op het verzoek van moeder tot verlening van vervangende toestemming om de kinderen op een andere school te mogen inschrijven.
Vast staat dat beide ouders met het ouderlijk gezag zijn belast. De kinderrechter stelt voorop dat de gezamenlijke gezagsuitoefening door partijen met zich brengt dat de ene ouder voor het wijzigen van de school in beginsel toestemming van de andere met het gezag belaste ouder behoeft.
Het wettelijk criterium
Ingevolge artikel 1:253a lid 1 BW kunnen geschillen omtrent de gezamenlijke uitoefening van het gezag aan de rechter worden voorgelegd. De rechter neemt een zodanige beslissing als hem in het belang van het kind wenselijk voorkomt. In overeenstemming met vaste rechtspraak dient de rechter bij de beslissing over een geschil als het onderhavige alle omstandigheden van het geval in acht te nemen en alle belangen af te wegen.
Het oordeel
De Raad voor de Kinderbescherming heeft bij monde van de heer Pots ter zitting verklaard dat het lastig is om nu een advies te geven over de verdeling van de zorgtaken en daarmee over de school welke de kinderen moeten gaan bezoeken omdat het raadsonderzoek, zoals gevraagd bij beschikking van 1 februari 2016, nog moet starten.
De kinderrechter overweegt als volgt.
Moeder heeft ter zitting onweersproken gesteld dat zij heeft gesproken met beide scholen en dat beide scholen geen bezwaren zien om de kinderen reeds nu over te schrijven naar de andere school. Die andere school is bovendien niet onbekend voor de kinderen omdat zij daar in het verleden ook al zijn geweest. Zij komen dus weer op bekend terrein en kennen veel klasgenootjes reeds. De verwachting is dat die overgang dan ook soepel zal verlopen. Vader heeft ter zitting verklaard geen bezwaar te hebben tegen een wijziging, maar koppelt aan zijn toestemming het communiceren (of beter gezegd het niet-communiceren) tussen de beide ouders. Naar het oordeel van de kinderrechter dient vader beide zaken echter uit elkaar te halen. Het is niet in het belang van de kinderen om het (niet) communiceren van de ouders te koppelen aan een schoolkeuze.
De ouders verschillen niet over de schoolwisseling, zo is ter zitting gebleken, maar hooguit over het tijdstip daarvan. Het is die keuze die thans ter beslissing voorligt. De kinderrechter is van oordeel dat moeder de verzochte vervangende toestemming behoort te krijgen om de kinderen per direct in te schrijven op de [X] school. Voldoende duidelijk is geworden dat beide scholen geen bezwaren hebben om de kinderen nu over te schrijven naar de [X] school. Het belang van de kinderen (en van moeder) is ook voldoende duidelijk naar voren gekomen. De reisafstand voor de kinderen (en moeder) is aanzienlijk korter indien zij naar de [X] school gaan. Vooral gezien de leeftijd van de kinderen is dat een factor die van belang is. De kinderen wonen doordeweeks bij moeder. De buurtkinderen zullen grotendeels naar de [X school] gaan. In de huidige situatie is het voor de kinderen vanwege de afstand lastig om buiten schooltijd om speelafspraken met de kinderen van de huidige school te maken, terwijl zij met de huidige buurtgenootjes geen afspraken kunnen maken omdat die met klasgenootjes van de [X school] af zullen spreken. Aldus komen de kinderen buiten schooltijd tekort als het om sociale contacten gaat. Dat kan verbeteren zodra ze naar de [X school] gaan. Een zo spoedig mogelijke schoolwisseling is dus in hun belang.
Naar het oordeel van de kinderrechter is het verlenen van vervangende toestemming in dit geval dan ook in het belang van beide minderjarige kinderen.
De proceskosten
5.2.
Omdat de vader en de moeder gewezen echtelieden zijn, zal de kinderrechter bepalen dat elk van ouders de eigen kosten draagt.

6.De beslissing

De kinderrechter:
1. Verleent aan moeder vervangende toestemming om de minderjarige kinderen van partijen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2] , per direct in te schrijven op de [X] school.
2. verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
3. compenseert de kosten van deze procedure in die zin dat iedere ouder de eigen kosten draagt;
4. wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven te Almelo door mr. J.H. Olthof en in het openbaar uitgesproken op 20 april 2016 in tegenwoordigheid van R.P. Jansen, griffier.