ECLI:NL:RBOVE:2016:3979
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering handhavend op te treden tegen advocaat en juridisch adviesbureau wegens overtredingen van de Advocatenwet
In deze zaak hebben eisers, gevestigd te Haaksbergen, de deken van de orde van advocaten verzocht om handhavend op te treden tegen een advocaat en een juridisch adviesbureau wegens vermeende overtredingen van de Advocatenwet. De deken heeft het verzoek afgewezen, omdat eisers volgens hem geen belanghebbenden zijn in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eisers hebben hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft op 14 oktober 2016 geoordeeld dat het verzoek van eisers wel degelijk als een aanvraag in de zin van artikel 1:3, derde lid, van de Awb moet worden gezien. De rechtbank oordeelde dat eisers als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt, omdat zij als concurrenten van de advocaat en het juridisch bureau worden beschouwd. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen om een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eisers. Tevens is bepaald dat verweerder het griffierecht van € 168,- aan eisers moet vergoeden en dat verweerder in de proceskosten van eisers moet bijdragen tot een bedrag van € 992,-.