ECLI:NL:RBOVE:2017:108
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verplichting tot betaling van opruimkosten door recyclingbedrijf na illegale afvalstorting op openbare weg
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel geoordeeld dat een recyclingbedrijf uit Staphorst de opruimkosten moet betalen die de gemeente heeft gemaakt voor het verwijderen van afval dat door het bedrijf op de openbare weg was gestort. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeente op 17 november 2015 een last onder bestuursdwang heeft opgelegd aan het bedrijf, waarin het werd verplicht om voor 3 december 2015 het gestorte afval te verwijderen. Het bedrijf heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar de rechtbank heeft de besluiten van de gemeente om de last onder bestuursdwang en de kosten daarvan te handhaven, ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat het bedrijf in overtreding was van de Afvalstoffenverordening van de gemeente Staphorst, de Wet milieubeheer en de Algemene plaatselijke verordening. De rechtbank oordeelde dat het storten van afval op de openbare weg niet was toegestaan en dat de gemeente bevoegd was om handhavend op te treden. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen bijzondere omstandigheden waren die het kostenverhaal van de opruimkosten onterecht zouden maken. Het bedrijf had ervoor gekozen om eigenrichting toe te passen door afval te storten, in plaats van zich tot de civiele rechter te wenden voor geschillen met de gemeente.
De rechtbank heeft de beroepen van het recyclingbedrijf ongegrond verklaard en bevestigd dat de kosten van de bestuursdwang voor rekening van het bedrijf komen. De uitspraak is gedaan door rechter W.R.H. Lutjes, in aanwezigheid van griffier A. van der Weij, en is openbaar uitgesproken op 12 januari 2017.