ECLI:NL:RBOVE:2017:113
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Oordeel over de verplichting tot betaling van opruimkosten door een recyclingbedrijf na illegale afvalstorting
In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel geoordeeld dat een recyclingbedrijf uit Staphorst de opruimkosten moet betalen die de gemeente heeft gemaakt voor het verwijderen van afval dat door het bedrijf op de openbare weg was gestort. De rechtbank heeft vastgesteld dat het bedrijf in strijd heeft gehandeld met de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) door meer afval op te slaan dan toegestaan was volgens de verleende omgevingsvergunning. De gemeente had eerder een last onder bestuursdwang opgelegd, waarbij het bedrijf werd verplicht om de hoeveelheid opgeslagen afval te reduceren. Het bedrijf heeft echter niet aangetoond dat het aan deze verplichting heeft voldaan en heeft bovendien nieuwe afvalstoffen aangevoerd, wat leidde tot een overschrijding van de toegestane hoeveelheid.
De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat handhaving van de wet noodzakelijk is voor het algemeen belang, en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die het bestuursorgaan zouden verplichten om van handhaving af te zien. De rechtbank heeft ook de adviezen van de Brandweer IJsselland meegewogen, die wezen op de brandrisico's van de opgeslagen afvalstoffen. De rechtbank heeft het beroep van het recyclingbedrijf ongegrond verklaard, wat betekent dat de opgelegde last onder bestuursdwang en de verplichting tot betaling van de opruimkosten in stand blijven.