Verweerder heeft zich met betrekking tot de woondelenvrijstelling op het standpunt gesteld dat de onroerende zaak een FPC is waar in opdracht van het Ministerie van Veiligheid en Justitie tbs-patiënten binnen een beveiligd kader worden behandeld en/of verpleegd.
De behandeling is primair gericht op het verminderen van het delictrisico, met als streven terugkeer of handhaving van de patiënt in de maatschappij, en als dit niet haalbaar lijkt, verblijf in een zo humaan mogelijke beveiligde omgeving. Vanaf 1 januari 2016 ontwikkelt de tbs-kliniek zich door tot een instelling die specialistische psychiatrie met name inzet voor vreemdelingen, Hiertoe is een deel van het complex als psychiatrisch ziekenhuis voor asielzoekers in gebruik genomen.
De tbs-kliniek bestaat uit diverse gebouwen voor onder andere kantoor, opslag/magazijn, dagactiviteiten, sport, arbeid & therapie, een voetbalveld, een tuinderij, parkeergelegenheid (incl. parkeerterrein aan de overzijde van de weg), alsmede uit diverse woongebouwen waarbinnen gesloten afdelingen zijn gelegen die bestaan uit woongroepen. Het terrein is afgezet met een hekwerk, een watergracht en/of muren (voorzien van prikkeldraad). De toegangswegen zijn afgesloten met een hekwerk. Op het terrein is sprake van cameratoezicht.
Hoewel de aard, indeling en bestemming van een bouwwerk een indicatie kan geven over de vraag of een object in hoofdzaak tot woning dient, is het feitelijke gebruik daarbij bepalend.
Uit recente jurisprudentie inzake verpleeg- en verzorgingshuizen blijkt dat slechts een verblijf met een duurzaam karakter als wonen kan worden aangemerkt. De Hoge Raad heeft overwogen dat verzorgings- en verpleeghuizen zich kenmerken doordat daarin mensen verblijven die vanwege hun behoefte aan verzorging en/of verpleging niet in hun oorspronkelijke woonomgeving kunnen verblijven. Verblijf met een tijdelijk karakter zoals in een hospice of ziekenhuis, wordt niet als wonen aangemerkt.
Wonen en tot woning dienen vereisen naar spraakgebruik een zekere duurzaamheid en de mogelijkheid permanent te verblijven. Het enkele feit dat ergens wordt geslapen, verbleven en gebruik gemaakt van kookvoorzieningen en sanitair, maakt nog niet dat sprake is van bewonen, wonen, bewoning of een woonfunctie. Het duurzame karakter is hiervoor bepalend.
Het gedwongen verblijf in de tbs-kliniek heeft een naar zijn aard tijdelijk karakter. De tbs-behandeling heeft immers als streven terugkeer of handhaving van de patiënt in de maatschappij, en als dit niet haalbaar is, verblijf in een vervolginstelling. Hieruit volgt dat de door eiseres aangedragen gemiddelde verblijfsduur in de tbs-kliniek niet bepalend is voor de kwalificatie van het verblijf als wonen. Het verblijf an sich is naar zijn aard als tijdelijk aan te merken. De lengte van het verblijf doet daaraan niet af. De op het terrein aanwezige gesloten afdelingen zijn niet als woondelen aan te merken op grond waarvan terecht geen woondelenvrijstelling is toegepast.