Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
wonende te [plaats] ,
1.De procedure
2.De feiten
salaris’ en onder de kolom ‘
heffingsloon’ het bedrag van ‘
951,60’.
Client is per geschildatum 01-01-2017 niet geschikt te achten voor het eigen werk, ten gevolge van ziekte.
3.Het verzoek en het tegenverzoek
Subsidiairtoekenning van een transitievergoeding (ex artikel 7:673 BW), alsmede een billijke vergoeding (ex artikel 7:681 BW) ter grootte van € 15.000,= en vergoeding van de gefixeerde schadevergoeding (ex artikel 7:672 lid 10 BW) ten bedrage van twee maandsalarissen met vergoeding van de wettelijke verhoging en de wettelijke rente.
Daarnaast verzoekt zij
in alle gevallen: betaling van het salaris vanaf 1 januari 2017 tot 13 januari 2017 onder verstrekking van een bruto/netto specificatie, de wettelijke verhoging daarover alsmede de wettelijke rente en vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten ad € 745,= exclusief BTW en veroordeling van [verweerder] in de kosten van de procedure.
t-shirts en twee leggings voor zichzelf heeft aangeschaft. In verband daarmee verzoekt [verweerder] aan hem en ten laste van [verzoekster] de gefixeerde schadevergoeding op grond van artikel 7:677 lid 2 en 3 sub a BW toe te kennen, bestaande in twee maandsalarissen. [verweerder] verzoekt voor recht te verklaren dat hij deze vordering mag verrekenen met het nog aan [verzoekster] verschuldigde loon over de periode van 1 januari tot 13 januari 2017.
4.De beoordeling
van het verzoek
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34). Een dergelijke situatie doet zich hier niet voor. Zoals reeds is overwogen hebben beide partijen bijgedragen aan de situatie die is ontstaan. Daarbij is geen ernstige verwijtbaarheid aan de zijde van [verweerder] vastgesteld.
5.De beslissing
1 juni 2017;