Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding met 11 producties
- de brief van [X] van 4 mei 2017
- de brief van [A] van 5 mei 2017
- de brief van [A] van 11 mei 2017 met productie 12 t/m 19
- de brief van [X] van 11 mei 2017 met de akte overlegging producties (1 t/m 19)
- de brief van [X] van 12 mei 2017 met de akte overlegging aanvullende producties (20)
- de e-mails van [A] van 12 mei 2017 met productie 20 t/m 25
- de mondelinge behandeling op 15 mei 2017
- de pleitnota van [A]
- de pleitnotities in kort geding van [X] (inclusief de powerpoint-presentatie).
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Bevoegdheid
Onepage-techniek) en Google-indexeringen (inzake de menu-indelingen en opbouw in het algemeen). Ter onderbouwing van haar standpunt verwijst [X] onder andere naar de opinies van Headline Interactive BV en Condept BV (zie producties 12 t/m 15 van [X] ). [X] stelt dat de hiervoor in rechtsoverweging 4.3 door [A] genoemde elementen van haar website zeer gebruikelijk zijn, functioneel bepaald dan wel afkomstig uit formats/openbare bronnen en daardoor niet auteursrechtelijk beschermd zijn. In dat verband verwijst [X] naar haar productie 3 waarin zij een vergelijking maakt met diverse andere websites. Voor zover zou moeten worden aangenomen dat sprake is van auteursrechtelijke bescherming, dan betwist [X] dat [A] rechthebbende is van de auteursrechten van haar website. Voor zover [A] beschikt over de IE-rechten, dan betwist [X] dat bij de vergelijking van de websites de maatstaf van het totaalindruk-criterium moet worden aangelegd. [X] stelt dat in gevallen als de onderhavige enkel het criterium van de “auteursrechtelijk beschermde trekken” mag worden aangelegd bij de beoordeling van de inbreukvraag, waarbij bewuste ontlening een vereiste is voor het aannemen van auteursrechtinbreuk. Aan dit vereiste is niet voldaan, aldus [X] .