In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel op 27 oktober 2017, hebben drie stichtingen, te weten Stichting Aeres Groep, Stichting HAS Opleidingen en Stichting Hall Larenstein, beroep ingesteld tegen besluiten van de minister van Economische Zaken inzake de toekenning van rijksbijdragen voor het Hoger Agrarisch Onderwijs voor het jaar 2016. De minister had aan elke stichting een rijksbijdrage toegekend, maar de eiseressen waren van mening dat deze toekenningen in strijd waren met het gelijkheidsbeginsel, zoals vastgelegd in artikel 26 van het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR). De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiseressen zich beroepen op de intrekking van de Regeling Praktijkleren en Groene Plus, die volgens hen als basisbekostiging moet worden beschouwd. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de rijksbijdragen voor agrarische hogescholen en andere hogescholen niet gelijk zijn, gezien de verschillende budgetten van de ministeries van Economische Zaken en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard, waarbij zij heeft geoordeeld dat de beëindiging van de Regeling en de toekenning van de rijksbijdragen in overeenstemming zijn met de wetgeving en dat de eiseressen voldoende tijd hebben gehad om zich voor te bereiden op de beëindiging van de Regeling. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.