In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 6 december 2017 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van het beroep van eisers tegen een omgevingsvergunning die was verleend aan BioBlocks B.V. voor de oprichting van een productielocatie voor bioblokken in Giethoorn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers, die zich niet konden verenigen met de vergunning, niet als belanghebbenden konden worden aangemerkt. Dit was gebaseerd op het feit dat geen van de eisers eigendom had van gronden die direct aan het perceel Oeverweg 6 grensden, waar de inrichting van BioBlocks zou worden gevestigd. De rechtbank heeft de eisers niet als belanghebbenden aangemerkt, omdat de gevolgen van de activiteiten van BioBlocks voor hun woon-, leef- of bedrijfssituatie als te gering werden beschouwd. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de eisers geen persoonlijk belang bij het bestreden besluit hadden, waardoor hun beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. De uitspraak benadrukt het criterium 'gevolgen van enige betekenis' in omgevingsrechtelijke geschillen, waarbij de afstand tot de activiteit en de aard van de gevolgen van belang zijn. De rechtbank heeft ook aangegeven dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.