9.De beslissing
partiële nietigheid dagvaarding
- verklaart de dagvaarding ten aanzien van het tenlastegelegde onderdeel “binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht” nietig;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf:overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 Wet milieubeheer juncto artikel 1.2.2 Vuurwerkbesluit, opzettelijk begaan;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
15 (vijftien) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
5 (vijf) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. Stam, voorzitter, mr. S.K. Huisman en mr. A. Skerka, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N. Wilmink, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 18 december 2017.
Buiten staat
Mr. Stam is niet in de gelegenheid dit vonnis te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland, genaamd Poolvos met onderzoeksnummer ONRBA 16010 en proces-verbaalnummer POO-386.Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Het proces-verbaal van bevindingen van 18 januari 2017, opgemaakt en ondertekend door verbalisant [verbalisant 1] , inclusief de bijlage ‘overzicht in beslag genomen vuurwerk te Heek’, pagina’s B-843 en B-889, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Op 21 december 2016 heb ik in Duitsland te Reken de partij vuurwerk die in de nacht van 7 op 8 december 2016 te Heek (Duitsland) in beslag is genomen, als materiedeskundige en in samenwerking met [politieambtenaar] , Kriminalhauptkommissar, Kriminalkommissariat 11, Polizei te Borken, Duitsland, op uiterlijke kenmerken onderzocht. Gegevens van de onderzochte artikelen zijn opgenomen in een excelbestand, die als bijlage Excel overzicht in beslag genomen vuurwerk Heek te Duitsland is gevoegd bij dit proces-verbaal.
2. Deskundigenverklaring Mortieren en mortierbommen van het Nederlands Forensisch Instituut van 24 maart 2010, opgemaakt en ondertekend door ing. H. Woortmeijer, pagina’s B-868 en B-873, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Mortierbommen voldoen aan de definitie van vuurwerk uit artikel 1.1.1 lid 1 van het Vuurwerkbesluit. Toegestaan consumentenvuurwerk moet krachtens artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit voldoen aan nader te stellen eisen. Deze eisen zijn beschreven in de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 (RNEV 2004). Artikel 9 lid 1 stelt dat consumentenvuurwerk moet voldoen aan de in bijlage III per categorie gestelde eisen qua lading, constructie en eigenschappen.
Mortierbommen als zelfstandig artikel met:
- Een kaliber kleiner dan 3 inch en een massa van meer dan 7,1 gram voldoen hoogstwaarschijnlijk niet,
- Een kaliber van 3 inch en groter voldoen vrijwel zeker niet aan artikel 9 lid 1 van de RNEV 2004.
3. Bijlage deskundigenverklaring overgangsregeling Vuurwerkbesluit van het Nederlands Forensisch Instituut van 16 november 2010, opgemaakt en ondertekend door ing. H. Woortmeijer, pagina B-887, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Mortierbommen betreffen zogenaamde ‘shells’. Dit type vuurwerk komt niet voor in de normen (15947- 1 t/m 5) die zijn opgesteld met betrekking tot categorie 1, 2 of 3 vuurwerk. Derhalve betreffen mortierbommen (shells) volgens artikel 5.3.5 lid 2 van het Vuurwerkbesluit, professioneel vuurwerk. Shells komen ook niet voor op de lijst met door Onze Minister aangewezen consumentenvuurwerk (bijlage 1 van de RACT). Het betreft hier per definitie professioneel vuurwerk.
4. Deskundigenverklaring Flowerbeds van het Nederlands Forensisch Instituut van 24 oktober 2008, opgemaakt en ondertekend door dr. M. Koeberg, pagina B-852, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
In artikel 9, eerste lid van de RNEV 2004 staat dat consumentenvuurwerk moet voldoen aan de in bijlage III van de RNEV 2004 gestelde eisen. Flowerbeds vallen onder categorie C2 van de gewijzigde bijlage III van de RNEV 2004. Het criterium voor de totale lading van vuurwerk uit deze categorie is 500 gram. Uit onderzoek is gebleken dat de pyrotechnische lading van een flowerbed circa 5 - 20 % van de bruto massa uitmaakt. Uitgaande van het percentage van 5 % met een veiligheidsmarge van 2,5 kg mag worden verwacht dat flowerbeds met een bruto massa van 12,5 kg of meer niet aan het criterium van 500 mg voor de totale pyrotechnische lading voldoen.
5. Het rapport explosievenonderzoek vanwege het voorhanden hebben van betwist vuurwerk in Bingelrade van het NFI van 7 maart 2014, opgemaakt en ondertekend door ing. H. Woortmeijer, pagina’s 9 en 18, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Het onderzoeksmateriaal (monster 3) betrof drie uiterlijk gelijkende cilindrische voorwerpen voorzien van een etiket met opdrukken. Op het etiket werden onder andere de opdrukken ‘Spanish Cracker 5’, ‘peso netto gr. 18’ peso lordo gr. 37,15’ Produzione 2013’ aangetroffen.
Onderzoeksmaterialen (monsters 1 tot en met 4) zijn pyrotechnische artikelen. Onder de aanname dat ze bedoeld zijn ter vermaak kunnen ze worden getypeerd als vuurwerk en meer specifiek als knalvuurwerk met flitspoeder (‘flash banger’). Onderzoeksmaterialen (monsters 1 tot en met 4 en monster 6) kunnen zowel vanwege artikel 1.1.1 eerste lid als vanwege artikel 1.1.1 derde lid van het Vuurwerkbesluit worden aangemerkt als professioneel vuurwerk.
6. De aanvullende fotobijlage bij het proces-verbaal van bevindingen van 18 januari 2017, opgemaakt en ondertekend door verbalisant [verbalisant 1] , voor zover van belang.
7. Het proces-verbaal van bevindingen van 18 januari 2017, opgemaakt en ondertekend door verbalisant [verbalisant 1] , pagina’s B-846 en B-847, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven als verklaring van de verbalisant:
De indeling van vuurwerk ingevolge het Duitse Sprengstoffgesetz en Erste Verordnung zum Sprengstoffgesetz is redelijk vergelijkbaar met de Nederlandse indeling. In de Erste Verordnung zum Sprengstoffgesetz staat vermeld welk vuurwerk is toegestaan. Voor handelingen met ander vuurwerk dan vuurwerk van de Europese categorie F1 en F2 is een Erlaubnis (paragraaf 7 of 27 Sprengstoffgezetz) of Befähigungsschein (paragraaf 20 Sprengstoffgezetz) verplicht. Onder handelingen vallen onder meer het bewaren, overbrengen, gebruiken en/of het verhandelen of ter beschikking stellen aan anderen. Het ter beschikking stellen van vuurwerk categorie F3 en F4 mag alleen aan personen die over een Erlaubnis of Befähigungsschein beschikken.
De in Heek in beslag genomen partij vuurwerk bestond voor een belangrijk deel uit vuurwerk van de categorie F4 en F3. Voor zover de bepalingen van het Duitse Sprengstoffgezetz aldaar niet waren gerespecteerd zijn de strafbepalingen van paragraaf 40 van het Sprengstoffgezetz van toepassing, bijvoorbeeld indien de opslag van het vuurwerk zonder vergunning plaatsvond en/of het vuurwerk voorhanden was zonder Erlaubnis en/of Befähigungsschein.
8. Het proces-verbaal van bevindingen van 25 januari 2017, opgemaakt en ondertekend door verbalisant [verbalisant 2] , pagina’s B-908 en B-909, voor zover inhoudende als verklaring van de verbalisant:
Door mij is nagegaan in hoeverre verdachten:
- [medeverdachte] , geboren 04-03-1980 te Borne, en/of
- [verdachte] , geboren 20-09-1985 te Winterswijk,
zijn aan te merken als personen met gespecialiseerde kennis als bedoeld in artikel 3 lid 6 van de Europese richtlijn 2013/29/EU. Door mij is het register op 25 januari 2017 geraadpleegd. Verdachte [medeverdachte] noch verdachte [verdachte] komen voor in dit register en zijn op basis daarvan geen van beiden aan te merken als een persoon met gespecialiseerde kennis.
9. Het proces-verbaal van 2e verhoor verdachte van 28 februari 2017, opgemaakt en ondertekend door verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] , pagina P-593, voor zover inhoudende:
V: In hoeverre ben jij in het bezit van een vergunning om in vuurwerk te mogen handelen?
A: Nee.
V: In hoeverre ben jij in het bezit van een vergunning om vuurwerk op te mogen slaan?
A: Nee.
V: In hoeverre ben jij in het bezit van een vergunning om vuurwerk in Duitsland op te mogen slaan?
A: Nee.
10. Het proces-verbaal van verhoor medeverdachte [medeverdachte] van 24 januari 2017, opgemaakt en ondertekend door verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] , pagina P-217, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
V: Ben jij een officiële beziger van vuurwerk in Nederland?
A: nee, dat ben ik niet.
V: Ben je dat in Duitsland?
A: Nee.
V: Bezit jij in Nederland of Duitsland over vergunningen om professioneel vuurwerk op te slaan?
A: Nee.
11. Het proces-verbaal van de terechtzitting van 4 december 2017, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte:
Ik huurde de garagebox in Heek. Ik had zelf een sleutel. Het vuurwerk dat er lag kwam uit Tsjechië en Polen. [medeverdachte] haalde het op. Ik gaf hem geld mee om te betalen. De kosten van de huur van de garagebox en de benzinekosten deelden we altijd 50/50. In de tenlastegelegde periode heeft [medeverdachte] denk ik drie á vijf keer vuurwerk voor me opgehaald. Als ik erbij kon zijn dan hielp ik in Heek om het uit te pakken. Ik had ook veel vuurwerk dat afkomstig was van [naam 4] . Dat is een man uit Tsjechië. Het geld voor hem stuurde ik op. Ik heb het ook twee keer meegegeven aan [medeverdachte] om af te leveren. De laatste order bij [naam 4] had ik opgeslagen in Heek.
12. Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 2 maart 2017, opgemaakt en ondertekend door verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] , pagina’s P-622 en 624, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
We hadden een verdeling in de box. [medeverdachte] op links en ik op rechts.
V: [medeverdachte] heeft ook verklaard dat hij wel eens ander vuurwerk verkocht dan alleen Klasek maar dan was dat vuurwerk dat jij op voorraad had?
A: Ja, dat klopt. Hij heeft weleens wat van mij gepakt en verkocht.
V: En hoe ging dat dan met het geld bij zo’n verkoop?
A: Dat ging ook 50/50. De helft van de winst was voor [medeverdachte] en de helft was voor mij.
13. Het proces-verbaal van verhoor medeverdachte [medeverdachte] van 20 december 2016, opgemaakt en ondertekend door verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] , P-210, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
V: Waar is de sleutel met opschrift ‘ABUS Security’ van waarover u eerder bent bevraagd?
A: Dit is de sleutel van de box in Heek waar vuurwerk lag.
14. Het proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte] van 24 januari 2017, opgemaakt en ondertekend door verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] , pagina P-220, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
O: In totaal is er in de box in Heek ongeveer 1452 kg vuurwerk in beslag genomen. Dit betrof ongeveer 550 kg, afkomstig van Klasek en ongeveer 900 kg van Triplex en divers vuurwerk. Volgens ons behoort alles van Klasek aan jou toe.
V: Klopt dat?
A: Ja, dat klopt. Maar dan alleen dat van de eerste 3 palletplaatsen in de container. De rest was van [verdachte] .
15. Het proces-verbaal van verhoor medeverdachte [medeverdachte] van 20 maart 2017, opgemaakt en ondertekend door verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 3] , pagina’s P-388 en P-389, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
V: [verdachte] vertelde dat jij wel eens geld voor [naam 4] meenam naar Tsjechie. Wil je ons aangeven hoe dat in zijn werk ging?
A: ik kreeg gewoon een envelop mee en die heb ik hem overhandigd. Er zat geld in voor [naam 4] . Ik moest het aan hem overgeven.
V: Hoe vaak heb jij vuurwerk verkocht uit de container of box in Heek, waarover [verdachte] kon beschikken?
A: Een keer of twee.
16. Het proces-verbaal van verhoor medeverdachte [medeverdachte] van 10 december 2016, opgemaakt en ondertekend door verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] , pagina P-86, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
V: Geldt dat ook voor de shells van 6 inch die u op woensdagavond aan de twee dames uit Apeldoorn heeft verkocht en overgedragen?
A: Deze kwamen ze in Heek ophalen bij de Lidl buiten op de parkeerplaats.
V: Hebt u zelf het vuurwerk in de auto van deze dames gelegd?
A: Ja, dat heb ik zelf gedaan.
17. Het proces-verbaal van verhoor medeverdachte [medeverdachte] van 12 december 2016, opgemaakt en ondertekend door verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] , pagina P-132, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
V: Hoe kwam de levering van de mortieren en de shells van de dames uit Apeldoorn vorige week tot stand?
A: De levering kwam tot stand door telefonisch contact tussen de man die contact had met de dames en mij. Ik heb volgens mij vorige week zaterdag [verdachte] S. gevraagd of hij nog wat had. Dit waren 4 dozen met vuurwerk.
18. Het proces-verbaal van verhoor medeverdachte [medeverdachte] van 20 maart 2017, opgemaakt en ondertekend door verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 3] , pagina P-389, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
V: Maar shells toch wel?
A: Ja, alleen die laatste keer. Die dozen aan de dames. Dat vuurwerk was van [verdachte] .
V: Als je de verkoop van het vuurwerk van [verdachte] rond kreeg met een klant en het vuurwerk verkocht had, wat was dan jouw deel van de winst?
A: In het geval van de dames uit Apeldoorn praten we dan over ongeveer 100 voor mij en 200 voor [verdachte] wat er tussen zat.
19. Het proces-verbaal van de terechtzitting van 4 december 2017, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte:
Die 40 shells waren afkomstig van de stapel van [naam 4] . [medeverdachte] heeft ze voor me verkocht. [medeverdachte] nam contact met me op en zei dat hij vier dozen had zien staan en dat hij die wel kwijt kon. Toen zei ik dat dat goed was. Ik wist voor welk bedrag ze zouden worden verkocht, daar is overleg over geweest.
20. De kennisgeving van inbeslagneming van 8 december 2016, pagina 521, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Goednummer: PL0600-2016357156-1313616
Object: vuurwerk
Aantal: 40 stuks.
21. Het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk van 12 december 2016, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 6] , bijlage 2, pagina B-566, inhoudende zakelijk weergegeven als verklaring van de verbalisant:
Ik zag dat dit vuurwerk was van de soort Shell (mortierbommen).
Ik zag dat de Shell niet was bevestigd in een lanceerbuis.
Aantal stuks: 4, diameter: 6 inch.
Ik zag dat het door mij onderzochte vuurwerk NIET was voorzien van een categorie-indeling.
Op basis van mijn bevindingen stel ik vast dat dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk op grond van artikel 5.3.5 lid 2 van het Vuurwerkbesluit wanneer het vuurwerk bestemd is voor particulier gebruik als bedoeld in artikel 1.2.2 lid 7 van het Vuurwerkbesluit of de bestemming van het vuurwerk niet kan worden vastgesteld.
22. Het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk van 12 december 2016, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 6] , bijlage 3, pagina B-568, inhoudende zakelijk weergegeven als verklaring van de verbalisant:
Ik zag dat dit vuurwerk was van de soort Shell (mortierbommen).
Ik zag dat de Shell niet was bevestigd in een lanceerbuis.
Aantal stuks: 2, diameter: 6 inch.
Ik zag dat het door mij onderzochte vuurwerk NIET was voorzien van een categorie-indeling.
Op basis van mijn bevindingen stel ik vast dat dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk op grond van artikel 5.3.5 lid 2 van het Vuurwerkbesluit wanneer het vuurwerk bestemd is voor particulier gebruik als bedoeld in artikel 1.2.2 lid 7 van het Vuurwerkbesluit of de bestemming van het vuurwerk niet kan worden vastgesteld.
23. Het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk van 12 december 2016, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 6] , bijlage 4, pagina B-570, inhoudende zakelijk weergegeven als verklaring van de verbalisant:
Ik zag dat dit vuurwerk was van de soort Shell (mortierbommen).
Ik zag dat de Shell niet was bevestigd in een lanceerbuis.
Aantal stuks: 1, diameter: 6 inch.
Ik zag dat het door mij onderzochte vuurwerk NIET was voorzien van een categorie-indeling.
Op basis van mijn bevindingen stel ik vast dat dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk op grond van artikel 5.3.5 lid 2 van het Vuurwerkbesluit wanneer het vuurwerk bestemd is voor particulier gebruik als bedoeld in artikel 1.2.2 lid 7 van het Vuurwerkbesluit of de bestemming van het vuurwerk niet kan worden vastgesteld.
24. Het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk van 12 december 2016, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 6] , bijlage 5, pagina B-572, inhoudende zakelijk weergegeven als verklaring van de verbalisant:
Ik zag dat dit vuurwerk was van de soort Shell (mortierbommen).
Ik zag dat de Shell niet was bevestigd in een lanceerbuis.
Aantal stuks: 4, diameter: 6 inch.
Ik zag dat het door mij onderzochte vuurwerk NIET was voorzien van een categorie-indeling.
Op basis van mijn bevindingen stel ik vast dat dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk op grond van artikel 5.3.5 lid 2 van het Vuurwerkbesluit wanneer het vuurwerk bestemd is voor particulier gebruik als bedoeld in artikel 1.2.2 lid 7 van het Vuurwerkbesluit of de bestemming van het vuurwerk niet kan worden vastgesteld.
25. Het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk van 12 december 2016, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 6] , bijlage 6, pagina B-574, inhoudende zakelijk weergegeven als verklaring van de verbalisant:
Ik zag dat dit vuurwerk was van de soort Shell (mortierbommen).
Ik zag dat de Shell niet was bevestigd in een lanceerbuis.
Aantal stuks: 1, diameter: 6 inch.
Ik zag dat het door mij onderzochte vuurwerk NIET was voorzien van een categorie-indeling.
Op basis van mijn bevindingen stel ik vast dat dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk op grond van artikel 5.3.5 lid 2 van het Vuurwerkbesluit wanneer het vuurwerk bestemd is voor particulier gebruik als bedoeld in artikel 1.2.2 lid 7 van het Vuurwerkbesluit of de bestemming van het vuurwerk niet kan worden vastgesteld.
26. Het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk van 12 december 2016, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 6] , bijlage 7, pagina B-576, inhoudende zakelijk weergegeven als verklaring van de verbalisant:
Ik zag dat dit vuurwerk was van de soort Shell (mortierbommen).
Ik zag dat de Shell niet was bevestigd in een lanceerbuis.
Aantal stuks: 27, diameter: 6 inch.
Ik zag dat het door mij onderzochte vuurwerk NIET was voorzien van een categorie-indeling.
Op basis van mijn bevindingen stel ik vast dat dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk op grond van artikel 5.3.5 lid 2 van het Vuurwerkbesluit wanneer het vuurwerk bestemd is voor particulier gebruik als bedoeld in artikel 1.2.2 lid 7 van het Vuurwerkbesluit of de bestemming van het vuurwerk niet kan worden vastgesteld.
27. Het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk van 12 december 2016, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 6] , bijlage 8, pagina B-578, inhoudende zakelijk weergegeven als verklaring van de verbalisant:
Ik zag dat dit vuurwerk was van de soort Shell (mortierbommen).
Ik zag dat de Shell niet was bevestigd in een lanceerbuis.
Aantal stuks: 1, diameter: 6 inch.
Ik zag dat het door mij onderzochte vuurwerk NIET was voorzien van een categorie-indeling.
Op basis van mijn bevindingen stel ik vast dat dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk op grond van artikel 5.3.5 lid 2 van het Vuurwerkbesluit wanneer het vuurwerk bestemd is voor particulier gebruik als bedoeld in artikel 1.2.2 lid 7 van het Vuurwerkbesluit of de bestemming van het vuurwerk niet kan worden vastgesteld.