Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding
- de producties 1 tot en met 3 van [gedaagde]
- een tweetal producties van [eiseres] en een ter zitting overgelegd screenshot
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [eiseres]
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft eiseres, na het beëindigen van haar relatie met de heer X, een kort geding aangespannen tegen de besloten vennootschap gedaagde, waarin zij vordert om een bedrag van € 33.434,- terugbetaald te krijgen. Dit bedrag is door eiseres aan gedaagde geleend in de periode van april 2009 tot oktober 2013, met een rente van 3%. Eiseres heeft herhaaldelijk aanspraak gemaakt op terugbetaling, maar gedaagde heeft niet voldaan aan deze verzoeken. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er een spoedeisend belang is voor eiseres, die als alleenstaande moeder geconfronteerd wordt met hoge kosten. De rechtbank heeft geoordeeld dat gedaagde het geleende bedrag van € 33.434,- verschuldigd is, maar heeft ook rekening gehouden met een tegenvordering van gedaagde op eiseres ter hoogte van € 3.882,05. Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten dat gedaagde het verschuldigde bedrag in termijnen moet terugbetalen, te beginnen op 1 januari 2018, en heeft de gevorderde buitengerechtelijke kosten afgewezen. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt.