In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 4 mei 2018 uitspraak gedaan in een geschil over de aanvraag van eiseres voor dubbele kinderbijslag voor haar zoon, die lijdt aan diabetes, hypermobiliteit en dyslexie. De aanvraag was eerder door de Sociale Verzekeringsbank afgewezen op basis van een negatief advies van het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ), dat slechts twee punten had toegekend voor de zorgbehoefte van de zoon. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en heeft beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 2 oktober 2017 heeft de rechtbank de zaak geschorst om verweerder de gelegenheid te geven te reageren op aanvullende medische informatie die door eiseres was ingediend. De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat de zorgbehoefte van de zoon niet voldoende was onderbouwd door het CIZ, met name op de aandachtsgebieden 'medische verzorging' en 'begeleiding buitenshuis'. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens is verweerder veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan eiseres.