ECLI:NL:RBOVE:2018:4442
Rechtbank Overijssel
- Verzet
- J.W.M. Bunt
- A.E.M. Lever
- Rechtspraak.nl
Ongegrond verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring handhavingsverzoek
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 21 november 2018 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De opposant had eerder een handhavingsverzoek ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van Hellendoorn, dat op 21 juli 2017 was afgewezen. Het bezwaar van de opposant tegen deze afwijzing werd op 24 januari 2018 niet-ontvankelijk verklaard. Hierop heeft de opposant beroep ingesteld, dat door de rechtbank op 28 juni 2018 kennelijk ongegrond werd verklaard. Tegen deze uitspraak heeft de opposant verzet aangetekend, dat op 16 november 2018 ter zitting werd behandeld.
De rechtbank oordeelde dat het verzet ongegrond was. De rechtbank stelde vast dat de opposant niet had aangetoond dat hij belanghebbende was bij het handhavingsverzoek, aangezien de afstand tussen zijn woning en het perceel waar het om ging ongeveer 2 kilometer bedroeg. Bovendien was de onderneming op het perceel, Gebr. Bosch Daarlereen BV, een stamrecht BV waar al jaren geen activiteiten meer plaatsvonden. De opposant had in zijn beroepschrift niet voldoende onderbouwd waarom hij wel belanghebbende zou zijn, en de rechtbank kon en mocht niet ambtshalve de voorgedragen beroepsgronden van de opposant voorzien van een motivering.
De rechtbank concludeerde dat de beslissing van het college terecht niet-ontvankelijk was verklaard en dat het verzet ongegrond was. De uitspraak werd gedaan door mr. J.W.M. Bunt, rechter, en mr. A.E.M. Lever als griffier. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.