ECLI:NL:RBOVE:2018:5061

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
14 november 2018
Publicatiedatum
28 januari 2019
Zaaknummer
C/08/224041 / FA RK 18-2549 (JT)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van de voornaam van een minderjarige na onjuiste voorlichting bij digitale geboorteaangifte

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 14 november 2018 uitspraak gedaan op het verzoek van een vrouw en een man, beiden wonende te [woonplaats], om de voornaam van hun minderjarige kind, geboren op 23 september 2018 te Almelo, te wijzigen. De ouders, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. W.T.M. Krieger, stelden dat zij bij de digitale aangifte van de geboorte in het ziekenhuis onjuist waren voorgelicht over de invulling van de voornaam. Zij hadden de roepnaam van hun kind ingevuld, terwijl zij in werkelijkheid de volledige voornamen hadden willen opgeven. Na ontvangst van de persoonslijst van de gemeente Tubbergen, waarin de volledige voornamen stonden, werd hen duidelijk dat zij verkeerd waren geïnformeerd.

De rechtbank overwoog dat op grond van artikel 1:4 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek een wijziging van de voornamen kan worden gelast indien er een voldoende zwaarwichtig belang bestaat. De rechtbank stelde vast dat voornamen essentieel zijn voor de identificatie van personen en dat de wijziging van de voornaam van de minderjarige een inbreuk op het privéleven en gezinsleven met zich meebrengt, zoals bedoeld in artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De rechtbank concludeerde dat de ouders voldoende aannemelijk hadden gemaakt dat de minderjarige een zwaarwegend belang had bij de wijziging van de voornaam.

De rechtbank besloot het verzoek toe te wijzen, waarbij de voornaam van de minderjarige werd gewijzigd in de gewenste voornamen. Tevens werd de ambtenaar van de burgerlijke stand gelast om de wijziging aan de geboorteakte toe te voegen. De rechtbank merkte op dat eerdere uitspraken over digitale aangifte van geboorte niet hadden geleid tot aanpassing van de werkprocessen bij de gemeente Almelo, wat soortgelijke fouten in de toekomst had kunnen voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Familie- en Jeugdrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer: C/08/224041 / FA RK 18-2549 (JT)
beschikking van 14 november 2018 op het verzoek van:
[verzoeker 1] ,
verder te noemen: de vrouw,
en
[verzoeker 2],
verder te noemen: de man,
beiden wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. W.T.M. Krieger,
verzoekers.
Het procesverloop

1.Het procesverloop

De rechtbank heeft kennis genomen van de navolgende bescheiden:
  • het verzoek met bijlagen, binnengekomen op 19 oktober 2018;
  • het op 26 oktober 2018 binnengekomen F9-formulier van mr. W.T.M. Krieger van
25 oktober 2018 met bijlage.

2.De vaststaande feiten

2.1.
De man en de vrouw zijn gehuwd. Staande het huwelijk is uit de vrouw op
23 september 2018 te Almelo geboren: [A] (hierna te noemen: de minderjarige).
2.2.
De minderjarige bezit de Nederlandse nationaliteit.

3.Het verzoek

3.1.
Verzoekers verzoeken de voornaam van het minderjarige kind “ [A] ” te wijzigen in
de voornamen “ [A] [B] [C] ”.
3.2.
Verzoekers stellen ten aanzien van de door hun gewenste voornaamswijziging dat de
minderjarige bij de geboorte de voornamen [A] [B] [C] heeft gekregen, met als roepnaam [A] . De vrouw is bevallen in het ziekenhuis te Almelo in het bijzijn van haar man. Aan verzoekers is na de bevalling door het ziekenhuis de gelegenheid geboden om middels het gebruik van een iPad digitaal aangifte te doen van de geboorte van het minderjarige kind.
3.3.
Verzoekers hebben ter onderbouwing van hun verzoek aangevoerd dat zij in het proces van de digitale geboorteaangifte de voornaam van het kind moesten invullen. Verzoekers twijfelden of hiermee de roepnaam [A] werd bedoeld of alle officiële voornamen, te weten [A] [B] [C] . Verzoekers hebben navraag gedaan bij het ziekenhuispersoneel, waarbij door een verpleegkundige aan de verzoekers kenbaar werd gemaakt dat dit enkel de roepnaam betrof. Verzoekers hebben zich derhalve beperkt tot het invullen van de roepnaam [A] . Nadat verzoekers bij brief van de gemeente Tubbergen van 28 september 2018 de persoonslijst van de minderjarige ontvingen werd hen duidelijk dat zij onjuist waren geïnformeerd.

4.De beoordeling

4.1.
Ingevolge artikel 1:4 lid 4, eerste en tweede volzin, van het Burgerlijk Wetboek
(BW) kan op verzoek van de betrokken persoon of zijn wettelijke vertegenwoordiger wijziging van de voornamen worden gelast door de rechtbank. De wijziging geschiedt doordat van de beschikking een latere vermelding aan de akte van geboorte wordt toegevoegd, overeenkomstig artikel 1:20a lid 1 BW.
4.2.
Voor een dergelijke wijziging dient een voldoende zwaarwichtig belang te bestaan.
4.3.
De rechtbank overweegt dat voornamen een middel zijn om personen binnen hun
familie en in het maatschappelijk verkeer te identificeren. Daarom vallen voornamen onder het begrip ‘privéleven en familie- en gezinsleven’ in de zin van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Voor een wijziging van de voornaam zoals verzocht dient voldoende zwaarwichtig belang te bestaan. Het persoonlijk belang van de minderjarige dient afgewogen te worden tegen het belang dat het rechtsverkeer heeft bij een zo hoog mogelijke mate van consistentie in namen. Bepalend bij de vraag of een weigering om een bepaalde voornaam toe te kennen een ongerechtvaardigde inmenging oplevert, is de mate van ongemak of overlast die de betrokkene hiervan ondervindt. Daarbij dienen alle feiten en omstandigheden te worden meegewogen, waaronder ook de vraag of het voor de betrokkene feitelijk toch mogelijk is de gewenste voornaam te voeren.
4.4.
De rechtbank is van oordeel dat verzoekers genoegzaam aannemelijk hebben gemaakt dat de minderjarige een zwaarwegend belang heeft bij de door verzoekers verzochte wijziging van de voornaam [A] . Verzoekers hebben hun verzoek voldoende gemotiveerd gesteld en onderbouwd.
4.5.
De rechtbank is van oordeel dat de door de verzoekers genoemde feiten en
omstandigheden zwaarder wegen dan het maatschappelijk belang bij een zo hoog mogelijke mate van consistentie in namen. Nu de door de minderjarige gewenste voornaam geoorloofd is naar de maatstaven van artikel 1:4 lid 2 BW, zal de rechtbank het verzoek toewijzen.
4.6
In een eerdere uitspraak van deze rechtbank (ECLI:NL:RBOVE:2017:4507) is uitvoerig aandacht besteed aan het proces van digitale aangifte van geboorte en de rol van de ambtenaar van de burgerlijke stand. De rechtbank constateert dat dit er – kennelijk – niet toe heeft geleid dat de werkprocessen bij de gemeente Almelo zijn aangepast teneinde dit soort fouten en kostbare procedures om tot herstel te komen te voorkomen.
5.
De beslissing
De rechtbank:
I. gelast wijziging van de voornaam van: [A] , geboren te Almelo op
23 september 2018, in die zin dat deze na wijziging zal luiden: [A] [B] [C] [A] ;
II. gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand de latere vermelding aan de hiervoor genoemde geboorteakte van het jaar 2018, nummer 101689, toe te voegen.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.H. van der Lecq, in tegenwoordigheid van de griffier en in het openbaar uitgesproken op 14 november 2018.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden:
door verzoeker en door degene(n) aan wie een afschrift van de beschikking (vanwege de griffier) is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hen op andere wijze bekend is geworden.