Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek tevens houdende akte overlegging producties
- de antwoordakte uitlating producties van de Gemeente
- de akte houdende overlegging producties van de Gemeente
- de pleidooien en de ter gelegenheid daarvan overgelegde pleitnotities.
2.De feiten
5. Conclusies van de bevindingen
- In 2003 heeft de overeenkomst Wall een brutowinst opgeleverd van ongeveer € 441.627 (na afdracht), zie
- In 2009 hebben de overeenkomst en het addendum JCDecaux een brutowinst opgeleverd van ongeveer € 451.854 (na afdracht), zie
- In 2015 hebben de overeenkomst en het addendum JCDecaux een brutowinst opgeleverd van ongeveer € 707.257 (na afdracht), zie
niet-marktconform.
niet-marktconform omdat deze te laag is.
bijlage 4, 11) en aan de hand van schattingen van de omzet- en brutowinstcijfers van de exploitanten aan de hand van gepubliceerde data (
bijlage 8, 9 en 10). (…)
- in 2003
- in 2009
- in 2015
- commerciële interessevan exploitanten (…)
- investeringscapaciteit(…)
- duur van de concessie(…)
- Marktsituatie(…)”
3.Het geschil
- te verklaren voor recht dat sprake is van een onrechtmatige steunmaatregel op het punt van de overeengekomen tarieven en/of daar waar geen betaling van een vergoeding is overeengekomen in de Overeenkomst;
- JCDecaux te veroordelen tot betaling van een vergoeding van (primair) € 2.570.000,00 over de periode 2003-2016, dan wel (subsidiair) € 2.418.000,00 over de periode 2007-2016, dan wel (meer subsidiair) een door de rechtbank te bepalen vergoeding vermeerderd met rente volgens EU-Verordening 794/2004;
- de overeenkomst uit 2003, voor zover mogelijk met terugwerkende kracht tot (primair) 1 januari 2003 dan wel (subsidiair) 1 januari 2007, partieel te vernietigen dan wel te wijzigen op grond van strijd met de wet dan wel op grond van onvoorziene omstandigheden dan wel op grond van de redelijkheid en billijkheid, door artikel 3, leden 1 tot en met 4, te vernietigen dan wel buiten werking te stellen en te vervangen, zodanig dat geen sprake meer is van strijd met het verbod op verlening van onrechtmatige staatssteun, waartoe de Overeenkomst qua tarifering moet worden aangepast, (primair en subsidiair) zodat artikel 3, leden 1 tot en met 4 komen te luiden:
- JCDecaux te veroordelen tot betaling aan de Gemeente van hetgeen JCDecaux volgens de aangepaste tarieven aan de Gemeente verschuldigd zal zijn vanaf 1 januari 2017, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
- JCDecaux te veroordelen in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.De beoordeling
- vanaf 2003: € 202.000,00 per jaar;
- vanaf 2009: € 259,000,00 per jaar;
- vanaf 2015: € 298.000,00 per jaar.
- (i) door de staat is toegekend of met staatsmiddelen is bekostigd,
- (ii) een voordeel verschaft,
- (iii) aan één of meerdere ondernemingen,
- (iv) alleen voor (een) bepaalde onderneming(en) geldt (selectiviteitseis), en
- (v) het handelsverkeer tussen lidstaten ongunstig beïnvloedt en de mededinging op de interne markt vervalst of dreigt te vervalsen.
- (i) staatsmiddelen omvatten alle overheidsmiddelen waaronder middelen van decentrale overheden zoals de Gemeente;
- (iii) JCDecaux, althans haar rechtsvoorganger Wall, exploiteert reclameobjecten/ straatmeubilair in de openbare ruimte, verricht zodoende een economische activiteit en kwalificeert aldus naar vaste rechtspraak als onderneming (HvJEU 23 april 1991, zaak C-41/90, ECLI:EU:C:1991:161, Höfner, r.o. 21);
- (iv) de Overeenkomst geldt enkel tussen partijen en betreft mitsdien geen algemene economische maatregel die openstaat voor alle marktspelers.
- dat kan worden volstaan met de benoeming van één deskundige op het gebied van markteconomie, in het bijzonder ter zake exploitatie van reclameobjecten/straatmeubilair in de openbare ruimte,
- dat de deskundige kennis moet nemen van het dossier en in het bijzonder de hierna te noemen stukken, kritisch moet beoordelen welke informatie daaruit hij bruikbaar acht voor zijn onderzoek en dat hij indien nodig partijen moet verzoeken om aanvullende informatie:
zulks uitsluitend ten behoeve van de beoordeling van het verjaringsverweer en zonder dat sprake is van een beslissing op dit punt gelet op het daarvoor noodzakelijk geachte deskundigenbericht. Vervolgens moet – met inachtneming van het hierna te beschrijven juridische kader inzake toezicht en handhaving van staatssteun – worden beoordeeld op welke wijze deze terugvordering zou moeten plaatsvinden. Immers, eerst dan kan worden bepaald op basis van welke grondslag de steun ongedaan moet worden gemaakt en of ter zake enige verjaringstermijn is verlopen.
reeds uitgevoerdedeel van de Overeenkomst in praktische zin op hetzelfde neer, aangezien reeds genoten exploitatierechten naar hun aard niet kunnen worden teruggedraaid, zodat ten aanzien van optie (a) slechts de mogelijkheid van een waardevergoeding voor de genoten rechten resteert. Om de mededingingssituatie te herstellen zal echter ook de
toekomstigeuitvoering van de Overeenkomst moeten worden gewijzigd. Bezien in dat verband, verschilt de uitwerking van enerzijds optie (a) en anderzijds optie (b) wél. Immers, voor (a) geldt dat de exploitatierechten (qua aard en/of omvang) worden ingeperkt, terwijl voor (b) geldt dat de vergoedingen voor de rechten worden opgeschroefd. De rechtbank acht in dit verband van belang dat, zoals tussen partijen vast staat, JCDecaux ten behoeve van de exploitatie van de rechten investeringen heeft gedaan zoals het aanschaffen, plaatsen en onderhouden van reclameobjecten. Mede gelet hierop ligt het niet voor de hand om de exploitatierechten van JCDecaux in te perken (optie a), aangezien de reële kans bestaat dat zij daarmee in haar investeringsbelangen wordt getroffen. Dit terwijl bij de vaststelling van de verhoging van de tarieven naar marktconform niveau (optie b) juist rekening kan worden gehouden met gedane investeringen. Gelet hierop vormt optie (b) de meer passende wijze van herstel van de eventueel verstoorde mededingingssituatie.
nietigheidvan de rechtshandeling, en niet tot
vernietigbaarheid. De rechter kan de nietigheid van een rechtshandeling overigens ambtshalve vaststellen.
marktconforme vergoedingenworden opgenomen (conform de stand van de markt ten tijde van het sluiten van de Overeenkomst). Gesteld noch gebleken is dat JCDecaux destijds niet bereid was om (toentertijd) marktconforme tarieven – wat die ook mogen zijn en ongeacht of de door de Gemeente gevorderde bedragen daarmee corresponderen – te betalen voor exploitatierechten en dat zij dat met betrekking tot andere vergelijkbare contracten niet ook deed. Zoals hiervoor reeds is overwogen, gaat de stelling van JCDecaux dat het niet mogelijk is om marktconforme vergoedingen vast te stellen, niet op.
- het nemen van een akte door beide partijen waarin zij zich uitlaten over de onder 4.1.2.12 en 4.1.2.13 aangekondigde deskundigenrapportage, en
- het nemen van een akte door JCDecaux, met (uitsluitend) tot doel om JCDecaux in de gelegenheid te stellen zich uit te laten over de onder 4.3.5.1 en 4.3.6.1 genoemde onderwerpen, rekening houdende met de overwegingen van de rechtbank in dit vonnis. De Gemeente zal in de gelegenheid worden gesteld daarop bij antwoordakte te reageren.
5.De beslissing
11 april 2018voor het nemen van een akte door beide partijen waarin zij zich uitlaten over de onder 4.1.2.12 en 4.1.2.13 aangekondigde deskundigenrapportage,
11 april 2018voor het nemen van een akte door JCDecaux over de onderwerpen vermeld onder 4.3.5.1 en 4.3.6.1, waarna de Gemeente in de gelegenheid zal worden gesteld om een antwoordakte te nemen,