10.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert: moord;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
17 [zeventien] jaren;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [naam 2] van een bedrag van € 21,96, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 januari 2018 voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op € 1.986,29, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 21,96,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 januari 2018 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 1 dag zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [naam 3] (vader) van een bedrag van € 8.196,59, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 januari 2018 voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op € 1.986,29, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 8.196,59,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 januari 2018 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 75 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [naam 4] van een bedrag van
€ 1.535,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 januari 2018 voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op € 1.986,29, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.535,00,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 januari 2018 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 25 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [naam 5] (zus) van een bedrag van € 252,56, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 januari 2018 voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op € 1.986,29, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 252,56,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 januari 2018 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 5 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij [naam 6] niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij [naam 6] gemaakt, tot op heden begroot op € 1.986,29, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [naam 7] van een bedrag van € 3.018,52, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 januari 2018 voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op € 1.986,29, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 3.018,52,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 januari 2018 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 40 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij [naam 8] niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij [naam 8] gemaakt, tot op heden begroot op € 1.986,29, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
de inbeslaggenomen voorwerpen
- verklaart verbeurd het inbeslaggenomen voorwerp, te weten het op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst genoemde voorwerp onder 1. personenauto [kenteken 1] Opel Vectra.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Venekatte, voorzitter, mr. C.C.S. Bordenga-Koppes en mr. M.A.H. Heijink, rechters, in tegenwoordigheid van mr. F. van den Brink, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 18 juni 2019.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2018040474. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Aantreffen/1e onderzoek auto/vaststellen doodsoorzaak slachtoffer
1. Het proces-verbaal van bevindingen van 26 januari 2018, opgemaakt en ondertekend door verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , ordner 1, pagina’s 374-376, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Op 26 januari omstreeks 2:39 uur zagen wij dat komende vanaf de Brinkstraat, rechtsaf de Malangstraat op, een donkere Renault met kenteken [kenteken 2] stond. Wij zagen dat er in ieder geval 1 persoon in de auto zat, op de bestuurdersstoel. Bij de auto zagen wij dat het ambulance personeel zich bezig hield met de inzittende. Wij hoorden de verpleegkundige zeggen: ‘Hij is overleden’.
Ik, verbalisant, ben naar de getuige [getuige 6] gelopen en vroeg of hij mij meer kon vertellen. Ik hoorde dat hij tegen mij vertelde: ‘Ik zie dat het [slachtoffer] is’.
2. Een geschrift, te weten een rapport van Maastricht Universitair Medisch Centrum Forensische Radiologie van 27 juni 2018, opgemaakt door radioloog F. Bakers, ordner 4, pagina’s 2301-2319, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Naam slachtoffer: [slachtoffer]
Door het lichaam lopen er 2 trajecten met 2 metaal dense fragmenten in het lichaam en waarschijnlijk één schampschot.
Door traject 1 is er een fractuur van de linker 7de rib en schade aan de linkerlong en schade van
de linker hartspier waardoor er een grote hoeveelheid bloed in de linker borstholte en in het
hartzakje ontstaan is.
Door traject 2 is er schade van de weke delen van de linker bovenarm en een fractuur.
Traject 3 geeft alleen oppervlakkige schade aan de huid.
Traject 1 heeft uitgebreid bloedverlies gegeven. Dit traject is op zichzelf staand te kwalificeren als letaal. De schade van traject 2 & 3 hebben geen bijdrage geleverd aan het overlijden.
Dc doodsoorzaak is eenduidig vast te stellen op verbloeding door penetrerend extern inwerkend geweld veroorzaakt door traject I.
3. Het proces-verbaal van bevindingen van 15 mei 2018, opgemaakt en ondertekend door verbalisanten [verbalisant 3] , [verbalisant 4] , [verbalisant 6] en [verbalisant 5] , ordner 4, pagina’s 2038-2051, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Op 26 januari 2018 kreeg ik, [verbalisant 5] , van de meldkamer het verzoek om te gaan naar de kruising Malangstraat/Palembangstraat in Enschede. Ik hoorde van de meldkamer dat er op deze kruising een auto stond met een dode man achter het stuur. Om 4.05 uur was ik ter plaatse. Ik zag dat er een zwarte Renault Megane, kenteken [kenteken 2] op de kruising stond.
Ter plaatse hoorde ik van de aanwezige collega’s het volgende:
Achter het stuur in de auto zit [slachtoffer] .
Forensisch onderzoek 26-01-2018
Ik, [verbalisant 5] , zag op de voorzijde van de auto onder de ruitenwisser aan de bestuurzijde een huls liggen. Ik zag dat er bij het bevestigingspunt van de andere ruitenwisser, bijrijderzijde, een tweede huls lag. Beide hulzen zijn veiliggesteld en voorzien van SIN AAKO06415NL en AAKO6416NL.
Nadat wij het slachtoffer hebben weggehaald van de bestuurdersstoel zagen wij op het zitvlak van de bestuurdersstoel een huls. SIN: AAHD4950NL. Huls 6.35 – onder so op zitvlak bestuurdersstoel.
4. Het proces-verbaal van bevindingen van 26 januari 2018, opgemaakt en ondertekend door verbalisanten [verbalisant 7] en [verbalisant 8] , ordner 1, pagina’s 372-373, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Op 26 januari 2018 zagen wij op de Estafettestraat een voertuig met veel schade. Wij zagen naast blikschade dat het linker voorwiel van het voertuig niet meer voorzien was van een rubberen band. Ik, verbalisant [verbalisant 8] , heb het portier van de bestuurder geopend. Ik zag aan de bestuurderskant op de grond voor de bestuurdersstoel viezigheid liggen. Ik voelde of hierin voorwerpen zaten. Ik pakte een voorwerp. Ik zag dat dit leek op een huls van een patroon.
5. Het proces-verbaal van bevindingen van 29 januari 2018, opgemaakt en ondertekend door verbalisant [verbalisant 5] , ordner 4, pagina’s 2104-2107, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Op de Estafettelaan [huisnummer] in Enschede werd een Opel Vectra, kenteken [kenteken 1] , met een kapotte band aangetroffen.
Ik zag dat de grijze Opel Vectra op de Estafettelaan stond ter hoogte van [huisnummer] . Ik zag dat de auto aan de rechtervoorzijde op de velg reed. De band was nagenoeg geheel verdwenen. Ik zag dat er achter het wiel een duidelijke aftekening op de weg zichtbaar was.
Ik zag dat er een huls op de bestuurdersstoel lag. Ik zag dat er in de bodemstempel van de huls Geco 6.35 viel te lezen. De huls is door mij in beslag genomen en gewaarmerkt met sin AAKJ4303NL. Ik zag in het opbergvak van het bestuurdersportier een smartphone liggen van het merk Alcatel, type Pop.
6. Een geschrift, te weten een rapport van het Forensisch Laboratorium voor DNA-onderzoek van 16 augustus 2018, opgemaakt door T. Kraaijenbrink en P. de Knijff, ordner 4, pagina’s 2169-2170, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Op 8 augustus 2018 hebben wij, via het DNA-webportal van het NFI, een hand matige vergelijking uitgevoerd tussen de volgende DNA-profielen:
- AAKO6415NL (munitie - huls): Door het FLDO gegenereerd consensus DNA-profiel van 8 autosomale STRs.
- RABO2967NL: Door het NFI gegenereerd PPF6C DNA-profiel van [verdachte] , geb.
[geboortedatum] 1978.
Resultaten statistiek
Voor het in spoor AAKO6415NL waargenomen DNA-profiel is met behulp van de software LRmix Studio een kansberekening uitgevoerd voor de volgende hypothesen:
A) Het DNA-profiel van spoor AAKO6415NL kan worden verklaard door de aanwezigheid van DNA van de referentiepersoon RABO2967NL.
B) Het DNA-profiel van spoor AAKO6415NL kan worden verklaard door de aanwezigheid van DNA van onbekende persoon welke niet verwant is aan de referentiepersoon RABO2967NL.
Hierbij is voor beide hypothesen rekening gehouden met het gegeven dat in het DNA-profiel van spoor AAKO6415NL allelic drop-out kan zijn opgetreden.
Onder hvpothese A is het resultaat van deze handmatige vergelijking meer dan 10 miljard maal waarschijnlijker dan onder hypothese B.
Voor het in spoor AAKJ4303NL waargenomen DNA-profiel is met behulp van de software LRmix Studio een kansberekening uitgevoerd voor de volgende hypothesen:
A) Het DNA-profiel van spoor AAKJ4303NL kan worden verklaard door de aanwezigheid van DNA van de referentiepersoon RABO2967NL.
B) Het DNA—profiel van spoor AAKJ4303NL kan worden verklaard door de aanwezigheid van DNA van onbekende persoon welke niet verwant is aan de referentiepersoon RABO2957NL.
Hierbij is voor beide hypothesen rekening gehouden met het gegeven dat in het DNA-profie| van spoor AAKJ4303NL allelic drop-out of allelic drop-in kan zijn opgetreden.
Onder hypothese A is het resultaat van deze handmatige vergelijking meer dan 10 miljard maal waarschijnlijker dan onder hypothese B.
Conclusies
Op grand van de resultaten van deze handmatige vergelijking kan het volgende geconcludeerd worden:
- Op basis van de resultaten van deze handmatige vergelijking kan de referentiepersoon RABO2967NL de mogelijke donor zijn van het celmateriaal in de sporen AAKO6415NL en AAKJ4303NL.
7. Het proces-verbaal van bevindingen van 9 februari 2018, opgemaakt en ondertekend door verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 9] , ordner 6, pagina’s 2544-2546, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Van het onderzoeksteam Gambia kregen wij het verzoek om de auto, Opel Vectra kenteken [kenteken 1] , te onderzoeken op de mogelijke aanwezigheid van een kogelgat of een kogelpunt in de auto.
Op donderdag 1 februari 2018, omstreeks 13.45 uur, startten wij met het onderzoek aan de Opel Vectra, kenteken [kenteken 1] . Wij zagen dat er onder het gaspedaal een beschadiging zat in het isolatiemateriaal van de bodemplaat onder het gaspedaal. Op deze locatie gaat de stuurstang door het schutbord van de auto. Doormiddel van sondering zagen en voelden wij dat het gat doorliep tot op het metaal van het schutbord. Tevens zagen wij door de sondering dat het schot langs de rechterzijde van het stuur was gegaan.
Wij zagen dat er een beschadiging in het schutbord zat, nabij de stuurkolom. Wij zagen dat de beschadiging paste bij de inslag van een kogelpunt.
Nadat de vloerbedekking onder het stuurkolom en het gaspedaal was verwijderd zagen wij een platgeslagen kogelpunt liggen. Deze kogelpunt (AAKW4392NL)is door ons in beslag genomen.
8. Het proces-verbaal van bevindingen van 7 februari 2018, opgemaakt en ondertekend door verbalisant [verbalisant 10] , ordner 1, pagina’s 386-387, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Op 7 februari 2018 werd door mij een patroonhouder en separaat daarvan een vuurwapen aangetroffen. De vinding werd door mij gedaan in de functie van coördinator van het Landelijke Team Onderwaterzoekingen. Er werd met een magneetdreg gezocht ter hoogte van de duiker onder de kruising Hegebeekweg met de Usselerveenweg te Enschede. Met deze magneet werd door mij aan de westzijde van de Usselerstroom ter hoogte van de eerder genoemde duiker het vuurwapen en patroonhouder gevonden.
9. Het proces-verbaal van bevindingen van 19 februari 2018, opgemaakt en ondertekend door verbalisant [verbalisant 11] , ordner 6, pagina’s 2609-2612, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Op woensdag 7 februari 2018, omstreeks 11.50 uur, kreeg ik het verzoek om te gaan naar de kruising van de Usselerveenweg met de Hegebeekweg te Enschede omdat aldaar in een beek een vuurwapen was aangetroffen.
Naar aanleiding van dit verzoek begaf ik mij naar de opgegeven locatie, alwaar ik op 7 februari 2018, omstreeks 12.15 uur, aankwam.
Collega [verbalisant 12] wees mij daarbij, aan de zuidzijde van de Usselerveenweg, op een plek in het water van de Usselerstroom juist naast de duiker. Collega [verbalisant 12] vertelde mij dat hij op deze locatie op de bodem van de Usselerstroom het genoemde vuurwapen met los daarbij een houder had aangetroffen. De collega vertelde mij verder dat hij dit vuurwapen en de houder daar in het water, met een hoeveelheid van dit water, had veiliggesteld in een ton welke daar op de kant stond. Ik zag dat het vuurwapen aan de linkerzijde was voorzien van de teksten :"ZORAKI", "M906" en "PTB946".
10. Een geschrift, te weten een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut van 3 juli 2018, opgemaakt door B. Jacobs, ordner 4, pagina’s 2174-2182, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Vuurwapen [AAKE8487NL]
Het wapen heeft de opschriften en de uiterlijke kenmerken van een semi-automatisch werkend alarmpistool van het merk Zoraki, model 906, kaliber 9mm Knal. Tijdens de verdere inspectie bleek dat het wapen is omgebouwd. Hierdoor kunnen er nu ‘scherpe’ patronen van het kaliber 6,35 Browning met het pistool worden verschoten.
Hulzen [AAHD4950NL, AAKJ4303NL, AAKO6415NL en AAKO6416NL]
Deze vier hulzen zijn voorzien van het bodemstempel ‘Geco 6.35’. De hulzen zijn van het kaliber 6,35mm Browning.
Systeemsporen
In de hulzen bevinden zich sporen die veroorzaakt zijn tijdens het verschieten uit een vuurwapen. Zo zijn er sporen te zien van een slagpin, een stootbodem en de kamer van een loop. De algemene vorm, plaats en grootte van deze systeemsporen passen bij de systeemkenmerken van vuurwapen [AAKE8487NL].
Sporen voor vergelijkend onderzoek
In een deel van de systeemsporen bevinden zich kraslijnen en/of oneffenheden die veroorzaakt zijn tijdens het verschieten uit een vuurwapen. Deze sporen zijn geschikt voor vergelijkend hulsonderzoek.
Hypothesestelling hulzen [AAHD4950NL, AAKJ4303NL, AAKO6415NL en AAK06416NL] en vuurwapen [AAKE8487NL]
Gezien de vraagstelling en de resultaten van het vooronderzoek zijn voor elk van de vier hulzen en het vuurwapen de volgende hypothesen beschouwd:
Hypothese 1: De huls is verschoten met het vuurwapen.
Hypothese 2: De huls is verschoten met een ander vuurwapen van hetzelfde kaliber en met dezelfde svsteemkenmerken als het vuurwapen.
Resultaten
Tijdens het vergelijkend onderzoek tussen de afvuursporen in de hulzen en die in de proefhulzen uit het vuurwapen is gebleken dat:
- de oneffenheden/kraslijnen in de slagpingatsporen in de hulzen [AAHD4950NL en AAKJ4303NL] voor een deel aansluiten met die in de proefhulzen;
- de oneffenheden in de slagpinindrukken voor een deel overeenkomen;
- de kraslijnen in de kamerrandsporen in de hulzen [AAKO6415NL en AAKO6416NL] voor een deel aansluiten met die in de proefhulzen;
- in de overige sporen geen kenmerkende overeenkomsten of verschillen werden waargenomen.
Interpretatie van de resultaten
De waargenomen mate van overeenkomst tussen de verschillende sporen in de
hulzen en in de proefhulzen wordt verwacht als de hulzen zijn verschoten met het
vuurwapen (hypothese 1).
Alle in de resultaten weergegeven sporen in de hulzen zijn op basis van de structuur van de onregelmatigheden in de sporen veroorzakende vuurwapenonderdelen als kenmerkend beoordeeld. Gezien de beoordeelde kenmerkende waarden van de sporen is de verwachting dat de combinatie van de sporen, met de betreffende mate van overeenkomst, conservatief beoordeeld, bij minder dan 1 op de minimaal 10.000 andere vuurwapens van hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken als het vuurwapen wordt aangetroffen (hypothese 2). Het minimaal verwachte voorkomen van de bevindingen is op basis van de huidige kennis niet nauwkeurig te bepalen; dit kan minder dan 1 op de 1.000.000 zijn.
Vraag 1
Er zijn aanwijzingen gevonden dat de verschoten munitiedelen afkomstig zijn uit vuurwapen [AAKE8487NL]. De sterkte van deze aanwijzingen wordt hieronder verder toegelicht.
Hulzen
Voor elk van de vier hulzen [AAHD495ONL, AAKJ4303NL, AAKO6415NL en AAKO6416NL], kaliber 6,35mm Browning, en vuurwapen [AAKE8487NL] zijn de volgende hypothesen beschouwd:
Hypothese 1: De huls is verschoten met het vuurwapen.
Hypothese 2: De huls is verschoten met een ander vuurwapen van hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken als het vuurwapen.
De bevindingen van het vergelijkend hulsonderzoek zijn minimaal zeer veel waarschijnlijker wanneer hypothese 1 waar is, dan wanneer hypothese 2 waar is.
11. Het proces-verbaal van verhoor van 26 januari 2018, inhoudende de door [getuige 1] op 26 januari 2018 afgelegde verklaring en opgemaakt en ondertekend door verbalisanten [verbalisant 13] en [verbalisant 14] , ordner 2, pagina’s 755-757, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
In de nacht van 25 op 26 januari 2019 (de rechtbank begrijpt: 2018) ging ik om ongeveer 1.30-2.00 uur een rondje lopen. Kort nadat ik de Madioenstraat in was gelopen hoorde ik een auto naderen. De auto maakte een bijzonder geluid. Ik hoorde metaal schuren. Op het moment dat die auto uit de Malangstraat kwam gereden was ik op ongeveer 10 meter van de kruising van de Malangstraat en de Madioenstraat verwijderd. Ik dacht dat de auto grijs van kleur was. Ik zag dat het kenteken van de auto [kenteken 1] was. Toen ik langs de auto liep keek ik naar de auto. Ik zag toen dat er in de auto twee personen zaten.
12. Het proces-verbaal van verhoor van 19 februari 2018, inhoudende de door [getuige 2] op 18 februari 2018 afgelegde verklaring en opgemaakt en ondertekend door verbalisant [verbalisant 15] , ordner 2, pagina’s 728-732, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Ik woon aan [adres 2] te Enschede. In de nacht van 25 op 26 januari hoorde ik drie knallen. Ik weet niet meer of ik geschreeuw voor of na die knallen hoorde. Ik heb op mijn telefoon gekeken en het was 02.03 of 02.04 uur. Ik ben mijn bed uitgegaan en heb het rolluik iets verder geopend. Ik zag door het luik op de Madioenstraat twee auto’s. Ze stonden half geparkeerd op de parkeerplaats tegenover de snackbar. De cafetaria zit op de hoek van de Madioenstraat met de Malangstraat. Er was in ieder geval een zwarte auto die weg reed. Die andere die later weg reed was grijs van kleur, in ieder geval licht. De auto’s reden verder de Madioenstraat in. Behalve de knallen hoorde ik ook een schreeuwend gesprek. Ik denk twee verschillende stemmen. De ene schreeuwt naar de andere. Ik ga ervan uit dat het mannenstemmen waren.
13. Het proces-verbaal van verhoor van 3 oktober 2018, inhoudende de door [medeverdachte] op 31 januari 2018 afgelegde verklaring en opgemaakt en ondertekend door verbalisant [verbalisant 16] , ordner 3, pagina’s 1563-1616, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
A: In elk geval, die dag, die gast waar jullie het over hebben, ik wist niet dat dat die gast was.
V: [slachtoffer] .
A: Ja ik weet de naam niet. Ik hoorde later dat het slachtoffer [alias slachtoffer] wordt genoemd. Hij is vroeger mijn dealer geweest. Ik zag een foto van hem. .
[verdachte] had drugs geregeld op donderdag, daarom ging ik naar hem toe op de donderdag vlak voor het hele gebeuren. Ik weet wel gewoon dat die jongen belde en dat ze hebben afgesproken. Diegene belde hem dat was wel duidelijk, want eigenlijk zouden we weg rijden totdat degene belt en hij daar bleef staan. Eigenlijk waren we van plan weg te rijden als er geen telefoon was gekomen.
Er kwam een auto aan en ik mocht absoluut niet bewegen. Daarvoor had hij mij al bedreigd. Ik zat in de auto naast de bestuurder.
V: Wie zat nog meer in de auto?
A: [verdachte] . Alleen wij twee. Toen is [verdachte] eruit gestapt aan de bestuurderskant. Een ding kan ik wel zeggen, welke straat het geweest is kan ik zo zeggen aan de verhaal wat hij aan zijn moeder deed. Cafetaria Hoogland.
En toen liep hij naar de auto toe en toen zaten ze te praten. Nou en toen hoorde ik een paar knallen. [verdachte] was wel uit de auto, hij was niet ingestapt. Die auto is gewoon doorgereden. Ik heb helemaal niks gehoord dan alleen maar bam bam bam. Ik dacht drie keer. [verdachte] loopt gewoon zo en die stapt in de auto en die zei van ik heb drie keer in z’n kloten geschoten. Hij zegt van jij gaat er ook aan.
V: Wat heeft [verdachte] verteld voordat hij uitstapte tegen jou?
A: Hij was mij aan het vragen over [alias slachtoffer] dat ik hem kende. Want toen was hij zo boos, hij zou mij een lesje leren en dit en dat. Wan toen wou die ook op mij schieten, want er moest ook een kogelgat in de auto zijn voor zover ik weet. Waar wij in reden. Ik heb die pistool niet gezien. Alleen even in de auto, toen hij op mij wou schieten toen hij zo deed en dat er een knal in de auto zeg maar kwam.
V: Je hebt het pistool wel gezien toen hij dit deed en je doet je hand naar achteren toe. Je maakt een beweging die lijkt op naar achteren trekken van de sleep van een pistool.
A: Zeg maar zoiets en dat was nog voor die jongen. Toen kwam er een schot los in de auto. Dat was voor het pang pang pang.
V: Hij stapt in.
A: We hadden een kapotte band. Op de terugweg volgens mij kapotte band gehad. Want toen reed hij zo tegen zo’n rotonde aan.
Zijn moeder heeft ons opgehaald. En zijn moeder begon te vragen over pistool, ze wist het dan blijkbaar. Zijn telefoon gingen ze ook samen ophalen, want toen was ik ook in de auto. We hebben langs jullie heen gereden en zijn moeder die zag dat die auto weggesleept werd. Op dat moment hebben ze de pistool weg gedaan.
V: Waar is het pistool weg gedaan?
A: Rutbeek, maar iets noem mij een naam, rivier naam of zoiets. Is een vijver ofzo. Bij grote hefbomen. Vanuit daar ergens gingen ze zo en daar was een bruggetje met zo’n klepje ook. Daar hebben ze het gegooid in water. [verdachte] gooide.
A: Want die pistool had ze ook haar theedoek om gewikkeld. Die moeder. [verdachte] moest al zijn vingersporen van zijn moeder afvegen. Zodat hij de pistool zeg maar vingerafdrukken weg vegen in moest leggen in de theedoek en op dat moment omdat we aan het rijden waren moest ik dat even onder de bank leggen. En toen heb ik hem dat weer terug moeten geven omdat hij dat moest weggooien.
(opmerking: maakt beweging die lijkt op het naar achteren trekken van de slede van een pistool). Toen er een knal in de auto kwam. Dat was voor het gebeuren met die jongen. De kogels heeft hij los in een folie gewikkeld en tussen de bomen gegooid.
14. Het proces-verbaal van verhoor van 12 februari 2018, inhoudende de door [medeverdachte] op 8 februari 2018 afgelegde verklaring en opgemaakt en ondertekend door verbalisanten [verbalisant 17] en [verbalisant 18] , ordner 3, pagina’s 1617-1638, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Die pistool was bij de moeder. Dat heb ik geëist voor mijn eigen veiligheid. Dat was een tijdje terug. Het was een keer ervoor dat het pistool er plots was. [verdachte] heeft het pistool aan zijn moeder gegeven. Zijn moeder had het pistool thuis. Zij zou hem verstoppen. Dat was hetzelfde pistool als die dag, die hij in handen had. Dat weet ik zeker.
V: Op het moment dat je het zag, dat pistool.
A: Heb ik alsnog niet gezien, ik hoorde alleen maar knallen buiten. In de auto deed ie zo, het was niet zo’n groot pistool, het was een kleine pistool dat weet ik wel.
V: Heb je het toen wel of niet gezien?
A: Een beetje wel natuurlijk. Als ze mee gaan zo doen (O: verdachte brengt haar handen samen en maakt een beweging die lijkt op het naar achteren trekken van de slede van een wapen).
V: Waarom ging het schot af in de auto?
A: Toen zat hij al heel heftig…ik ga dit doen ik ga dat doen, ik ga je vermoorden als ik er achter kom. Hij wilde weten of ik met anderen had geneukt. Hij vroeg mij gewoon over wat ik had gedaan of niet. Steeds dezelfde discussie. Hij zegt dus je wilt zeggen dat ik een leugenaar ben? En toen trok die zo (O: verdachte strekt haar armen, brengt haar handen bij elkaar en beweegt een van de handen wat naar zich toe). Jij gaat eraan en hij gaat er ook aan.
V: Wie is hij?
A: Hij bedoelt…ik denk dat hij die dealer bedoelde. Ik weet niet hoe hij heet maar ik noem hem altijd [alias slachtoffer] . Hij zat er heel erg mee of ik het met hem had gedaan. Omdat ik niet wist wie er zou komen probeerde ik steeds te vragen van wie is het. Wij waren op dat moment daar op het punt waar we geparkeerd stonden. Ik denk dat we daar een half uur waren maximaal.
V: Dat moment dat hij jou bedreigt dat hij schiet in de auto en dat hij zegt van die dealer gaat er ook aan, hoe lang duurt het voordat die dealer er was?
A: Binnen een half uurtje, kwartier of twintig minuten. Toen hij net de sleutel wilde draaien werd hij weer pissig en kreeg hij een telefoontje van de jongen die overleden is. Dat weet ik zeker, want toen zei hij: is goed ik wacht hier. Toen bleef hij staan en nog geen vijf minuten later komt die jongen aan rijden.
Die dag waren wij bij [naam 9] . Hij had dus een nieuwe dealer. Ik denk hun kunnen wel helpen, maar toen bleek dat [verdachte] dus geen geld had. Hij heeft zelfs zijn horloge willen panden die hem duizend euro heeft gekost en die auto woe die zelfs gaan panden. Die jongens probeerden hem toen af te poeieren. Maar toen was zijn reactie bos tegen mij zo van pak je tas, kom. Toen moest ik hem achtervolgen en toen heeft hij een paar mensen gebeld, waaronder blijkbaar [alias slachtoffer] .
15. Het proces-verbaal van bevindingen van 5 maart 2018, opgemaakt en ondertekend door verbalisanten [verbalisant 19] en [verbalisant 16] , ordner 1, pagina’s 126-127, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Op 1 februari 2018 zijn verbalisanten gaan rijden met de verdachte: [medeverdachte] .
Tijdens de rit in Enschede en rondom het recreatiegebied ‘Het Rutbeek’ deed de verdachte een aantal uitspraken die hieronder samenvattend worden weergegeven.
‘Hij heeft het pistool schoon gemaakt met de theedoek en toen hadden [verdachte] en zijn moeder discussie. [verdachte] heeft het wapen weggegooid en het plonsde het water niet in.
16. Het proces-verbaal van bevindingen van 6 februari 2018, opgemaakt en ondertekend door verbalisant [verbalisant 10] , ordner 1, pagina 131, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Op 5 februari 2018 bevond ik mij op de locatie Hegebeekweg/Usselerveenweg te Enschede. Aldaar is de Usselerstroom gelegen. Tijdens het ter plaatse ingestelde onderzoek werd door mij een theedoek aangetroffen naast de duiker. De theedoek bevond zich onder water.
17. Het proces-verbaal van bevindingen van 16 oktober 2018, opgemaakt en ondertekend door verbalisant [verbalisant 20] , ordner 1, pagina 403, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
[naam 1] en haar man [naam 10] zijn vrienden van ons. Eind januari 2018 heeft [naam 1] telefonisch contact met mij opgenomen. Zij gaf mij toen aan dat ze ergens mee zat en vroeg strikte geheimhouding. Ze refereerde aan een moord in Enschede waarbij het slachtoffer dood in een auto was aangetroffen. De dader zou voorvluchtig zijn. Ze vertelde mij dat zij wist wie de mogelijke dader was. Dit zou de zoon van haar zus, [naam 11] , zijn. Deze informatie had zij van [naam 11] gekregen. Vervolgens vroeg ze om advies wat ze moest doen, omdat ze het wel wilde melden. Ik heb haar toen de verschillende mogelijkheden van melden uitgelegd.
18. Een geschrift, te weten een tapgesprek van 27 januari 2018 om 18:37:58 uur, tussen [naam 12] en [naam 13] .
[naam 12] zegt: was rond die tijd, de tijd staat er ook op. Daar kan hij zich niet uit lullen. En bij mij komen ze niet. Ik heb hem toch geen pistool in de handen gegeven. Had ik hem maar tegengehouden. [naam 13] zegt: ik zit ook te brullen hoor, ben ook van de kaart.. oh wat een domme jongen, wat een domme jongen, hoe kun je het, als hij alcohol op heeft is ie gek. [naam 12] zegt: ja dat zeg ik.
19. Het proces-verbaal van verhoor van 29 januari 2018, inhoudende de door [naam 1] op 28 januari 2018 afgelegde verklaring en opgemaakt en ondertekend door verbalisanten [verbalisant 18] en [verbalisant 21] , ordner 2, pagina’s 893-897, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Ik ben de zus van [naam 12] . Mijn zus belde mij zaterdagmorgen en zei: ‘Er is iets heel ergs gebeurd’. Ze is toen bij mij gekomen. Mijn zus vertelde mij: ‘ [verdachte] heeft geschoten’. [naam 11] was verschrikkelijk van de kaart. We hebben samen op TV Oost teletekst gekeken en toen lazen wij dat degene overleden was. [naam 11] zei: ‘Mijn ene zoon onder de trein en de andere is misschien een moordenaar’.
Ik heb gelijk naar een vriend van mij gebeld die bij de politie werkt. Die heb ik het verhaal verteld. Ik heb een brief geschreven.
Ze, [verdachte] en zijn Turkse vriendin, zijn naar de Madioenstraat met hoek de Malangstraat gegaan. Daar was de afspraak. Ik weet alleen dat daar geschoten is. Ik heb ook gehoord dat ze, [verdachte] en vriendin, geen geld hadden. Nadat er geschoten is, is die auto met het slachtoffer de Malangstraat nog uitgereden want daar is hij uiteindelijk aangetroffen. [verdachte] is zelf weggereden en die had nog een lekke band. Die auto heeft hij zelfs laten staan. Ik weet niet waar het wapen vandaan kwam. Ik weet alleen dat het weg is.
20. Het proces-verbaal van verhoor van 30 januari 2018, inhoudende de door [naam 12] op 30 januari 2018 afgelegde verklaring en opgemaakt en ondertekend door verbalisanten [verbalisant 22] en [verbalisant 18] , ordner 2, pagina’s 839-844, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Vrijdagochtend zag ik [verdachte] . [verdachte] is achter het huis over de poort geklommen en is bij mij naar binnen gegaan. Hij opende de poort en toen kwam [naam 14] ook aanlopen. Ze kwamen allebei binnen en gingen op de bank zitten. [naam 14] zei: ‘Er is bij de cafetaria geschoten’. Toen zegt ze: ‘Ja, maar hij reed nog weg, hij leeft want hij reed nog weg’.
21. Het proces-verbaal van verhoor van 22 mei 2018, inhoudende de door [naam 12] op 1 mei 2018 afgelegde verklaring en opgemaakt en ondertekend door verbalisanten [verbalisant 18] en [verbalisant 17] , ordner 2, pagina’s 848-884, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
V: Wat wist u van het wapen?
A: Dat hij een wapen had. Ik ben met [verdachte] rond gaan rijden. Hij heeft een keer een plas gedaan en ik weet niet waar dat pistool is.
A: Ja, ’s avonds was hij al helemaal raar.
V: Welke avond?
A: Dat zal de avond ervoor zijn geweest. Hij rende naar boven en hij rende weer naar beneden. Ik heb hem gezien en ik zag aan zijn kop dat het niet goed is.
(…)
A: Hij heeft mij ’s avonds nog gebeld. Die avond ervoor. Van donderdag op vrijdag. Ik heb hem donderdags nog gezien. Toen is hij naar boven gegaan. Ben ik wakker geworden. Toen heb ik de deur los gedaan en toen stond ik onderaan de trap. En toen kwam hij alweer naar beneden.
V: Toen had hij u gebeld.
A: Hij vroeg mij om geld. Ik zeg: [verdachte] ik heb geen geld. Ik zeg: ik heb niks.
22. Het proces-verbaal van bevindingen van 16 mei 2018, opgemaakt en ondertekend door verbalisant [verbalisant 23] , ordner 1, pagina’s 248-259, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Ten behoeve van het onderzoek werden camerabeelden van de Rabobank, gevestigd aan de Veldhoflanden 15 te Enschede opgevraagd en veiliggesteld. Op 25 januari 2018, 23:55:40 uur komt een grijze Opel Vectra aan rijden, waarbij op latere beelden te zien is dat [verdachte] als bestuurder uitstapt en in de richting loopt van de pinautomaat. [verdachte] komt uit de richting lopen van de geparkeerd staande Opel Vectra. Te zien is dat [verdachte] vermoedelijk zijn pinpas in de pinautomaat stopt. [verdachte] is bezig met pinnen en op de weergegeven tekst is te zien dat er te weinig saldo is. [verdachte] loopt weer terug naar de Opel Vectra en gaat weer op de bestuurdersstoel van de Opel Vectra zitten.
23. Het proces-verbaal van bevindingen van 9 maart 2018, opgemaakt en ondertekend door verbalisanten [verbalisant 17] en [verbalisant 16] , ordner 2, pagina’s 975-976, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Op 9 maart 218 werd [getuige 5] als verdachte in vrijheid gesteld. Wij hebben [getuige 5] gezegd dat wij hadden gehoord dat hij informatie had over de dood van [slachtoffer] en aan hem gevraagd of hij een getuigenverklaring af wilde leggen. [getuige 5] gaf aan dat hij geen getuigenverklaring af wilde leggen. Hij wilde ons wel vertellen wat hij wist.
[getuige 5] verklaarde:
[verdachte] is 20 minuten voor het gebeuren bij mij in de woning geweest. Die Turkse hoer van [verdachte] zat nog in de auto. [verdachte] vroeg mij om geld. Hij wilde coke kopen. IK zei tegen [verdachte] dat ik hem geen geld wilde geven. [verdachte] bood mij zijn Rolex te koop aan. Die wilde ik niet. [verdachte] vulde een glas met Whisky en heeft de inhoud van het glas in een keer naar binnen gegooid. Ik had 40 euro op de salontafel liggen. [verdachte] greep die van mijn tafel en stak het geld in de binnenzak van zijn jas. Met mijn andere hand heb ik mijn geld weer uit de binnenzak gepakt. Terwijl ik hem vasthield om zijn nek voelde ik iets zwaars in een van zijn jaszakken. ik voelde met mijn linkerhand en zag een pistool.
[verdachte] verklaarde dat hij niet zeker weet of het 20 minuten voor de schietpartij was, maar wel weet hij zeker dat het in de nacht van de schietpartij is geweest.
24. Het proces-verbaal van verhoor van 15 februari 2018, inhoudende de door
[getuige 4] op 15 februari 2018 afgelegde verklaring en opgemaakt en ondertekend door verbalisanten [verbalisant 19] en [verbalisant 18] , ordner 2, pagina’s 777-779, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Ik ken een Turkse vrouw die [naam 14] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte] ) heet. Ik kan mij herinneren dat [naam 14] dat bewuste weekend, het was een donderdag of een vrijdag, bij mij is geweest. Ze was samen met een kwal van een vent. Hij had een bril op. Hij wilde cocaïne van mij hebben. [naam 14] zat rustig in mijn woonkamer. [verdachte] was druk en liep rond door mijn woonkamer. Ze hadden geen geld. [verdachte] bood mij nog een horloge als onderpand aan. Ik wilde dat niet. Ik weet het niet zeker, maar volgens mij wilde [verdachte] een grammetje coke hebben. Hij wilde een hele. Zo noemen wij een gram coke. Ze waren met de auto geloof ik. Ik hoorde namelijk at [naam 14] klaagde over de rijstijl van [verdachte] .
V: Hoe was de gemoedstoestand van [verdachte] toen hij vertrok?
A: Hij was niet al te vrolijk. Hij had geen coke gekregen.
25. Het proces-verbaal van verhoor van 27 januari 2018, inhoudende de door [getuige 3] op 27 januari 2018 afgelegde verklaring en opgemaakt en ondertekend door verbalisanten [verbalisant 24] en [verbalisant 25] , ordner 2, pagina’s 788-792, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
[verdachte] heeft mij gebeld. Hij vroeg of ik drugs naar hem kon brengen. Ik vroeg aan hem hoeveel. [verdachte] gaf aan ‘genoeg’. Ik vroeg aan hem 100? Ik hoorde [verdachte] zeggen: ‘Ja, is goed’. Volgens mij is het van donderdag op vrijdag 26 januari gebeurd. Ik werd tussen 22.00 en 2.00 gebeld door deze [verdachte] . [verdachte] is een gebruiker. Ik vroeg vervolgens aan [verdachte] of hij naar de Wesselerbrink kon komen. [verdachte] bevestigde dat hij naar het adres zou komen. Volgens mij zit er ongeveer twee a drie uurtjes tussen het eerste en tweede telefoongesprek. Tussen die eerste en tweede telefoongesprek heb ik contact gehad met [slachtoffer] . We bellen elkaar over en weer en er vonden die avond/nacht meerdere gesprekken plaats. Dit omdat [slachtoffer] dan ergens staat om de bestelling af te leveren. Het is zo dat ik en [slachtoffer] met zijn tweeën het ‘bedrijfje’ runnen. [slachtoffer] leverde die donderdag de voorraad. Ik heb [slachtoffer] gezegd dat deze [verdachte] had gebeld en verteld wat hij wilde hebben. Ik had volgens mij geen tijdstip afgesproken met [verdachte] . Vaak dan bel ik een minuut of twee van tevoren op dat ze naar de afgesproken plek kunnen komen. Op een gegeven moment werd ik weer door [verdachte] gebeld. Ik hoorde dat [verdachte] tegen mij zei dat hij niet meer naar het adres kon komen, omdat hij een lekke band had. Hij vroeg aan mij of ik naar Hogeland bij Maestro wilde komen. Ik ben daarmee akkoord gegaan en heb het adres gewijzigd naar de cafetaria. Dit zit vlak bij elkaar. Ik hoorde [verdachte] zeggen dat hij een Vectra had. [slachtoffer] vroeg mij waar [verdachte] zou staan. Ik vertelde [slachtoffer] ook dat [verdachte] voor 100 euro wilde hebben. Voor 100 euro kreeg [verdachte] 1 gram cocaïne. Dit is veel als iemand dit besteld. Ik zei tegen [slachtoffer] dat [verdachte] bij de cafetaria met die gokkasten zou staan en als hij daar niet zou staan dat hij bij cafetaria [naam 16] was. Volgens mij was [slachtoffer] daar al in de buurt want normaal gesproken belt hij mij als hij in de buurt is zodat een klant naar buiten kan komen of dat ze de deur open doen of dat ze op de afgesproken plek komen. Tijdens het gesprek hoorde ik [slachtoffer] in een keer zeggen: ‘Ik zie iets raars man’. Ik vroeg nog wat hij zag, maar ik kreeg geen gehoor meer en de verbinding werd verbroken. Toen [slachtoffer] dit zei klonk hij verbaast, angstig, verrast. Ik heb meerdere keren geprobeerd [slachtoffer] te bellen, maar ik kreeg geen gehoor. Ik heb [verdachte] proberen te bellen met mijn telefoon. Ik hoorde dat de telefoon twee keer over ging. Daarna bij de derde keer werd het gesprek weg gedrukt. Vervolgens 10 a 20 minuten later werd ik gebeld door [naam 15] . Hij vertelde mij dat [slachtoffer] dood was.
26. Het proces-verbaal van verhoor van 3 juli 2018, inhoudende de door verdachte
[verdachte] op 3 juli 2018 afgelegde verklaring en opgemaakt en ondertekend door verbalisanten [verbalisant 17] en [verbalisant 18] , ordner 3, pagina’s 1793-1797, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
V. Waar reed je in op de dag van het incident?
A: Dat was een Opel Vectra van [naam 17] . De auto is zilvergrijs van kleur. Die auto heeft heel lang op de camping gestaan met een lekke band. Ik heb er een nieuwe band op gezet. Daarna heb ik weer een lekke band gekregen. Dat was op de dag van het incident. Dat was een band linksvoor. Ik heb vol een rotonde geraakt.
V: We kunnen stellen dat jij in de auto hebt gereden?
A: Ja, ik heb gereden.