Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
Victoria Beheer B.V.,
gevestigd te ’s-Gravenhage,
1.De procedure
2.De standpunten van partijen
19 juni 2019.
19 juni 2019 en in hoger beroep afwijzing van de vordering van Victoria Beheer gevorderd. Voorts stelt Vrijheid Apeldoorn zich op het standpunt dat zij substantiële tegenvorderingen heeft op Victoria Beheer, waarvoor thans bij de rechtbank Gelderland wordt geprocedeerd. Vrijheid Apeldoorn beroept zich dan ook op verrekening met haar aanzienlijk hogere vordering op Victoria Beheer.
3.De beoordeling
Victoria Beheer.
vonnis van de rechtbank Gelderland van 19 juni 2019. Op deze vordering heeft geen betaling plaatsgevonden en evenmin is waarschijnlijk dat dit op korte termijn zal kunnen gebeuren.
vanwege haar pandrecht op de debiteurenportefeuille van Nimol Rotterdam (één van de andere vennootschappen die hoofdelijk aansprakelijk is voor deze vordering), verhaal kan halen op die portefeuille tot een bedrag van € 538.319,00. Voor het overige zou de heer [C] , die eveneens hoofdelijk aansprakelijk is voor deze vordering, een bedrag tot € 250.000,00 kunnen betalen, omdat hij voor dat bedrag wordt gevrijwaard door de heer [D] .
Vrijheid Apeldoorn. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de vordering van de
ABN Amro Bank kan dienen als steunvordering bij deze faillissementsaanvraag.
uit een geldleningsovereenkomst. Ten tijde van het vonnis van de rechtbank Gelderland van 13 december 2016 over deze overeenkomst, bedroeg de vordering € 1.838.437,00. Het bestaan van de vordering en de hoogte van de schuld werden destijds en worden ook thans niet door Vrijheid Apeldoorn betwist.
Victoria Beheer en nu zij meer schulden bij meer dan één schuldeiser onbetaald laat (namelijk de vorderingen van de ABN Amro Bank en Loda Holding B.V.).
1 maart 2011 (ECLI:NL:GHSHE:2011:BV2217).
indien de Schuldenaar in liquidatie treedt of haar bedrijf staakt;
bij aanvrage, al dan niet op eigen aangifte of intreden van faillissement, aanbieden van een onderhands akkoord of (voorlopige) aanvrage van surseance van betaling door de
bij niet prompte en tijdige betaling op de vervaldagen van de overeengekomen interest;
in geval van conservatoir of executoriaal beslag op de roerende of onroerende goederen van de genoemde Schuldenaar, tenzij dit beslag is gelegd in een handelsgeschil en binnen 14 dagen zekerheid wordt gesteld casu quo beslag wordt geheven;
indien door enige derde(n) enige inbreuk wordt gemaakt op het door schuldenaar aan schuldeiser verstrekte pandrecht;
indien de Schuldenaar enige verplichting uit deze overeenkomst niet nakomt.”
indien de Schuldenaar in liquidatie treedt of haar bedrijf staakt;
bij aanvrage, al dan niet op eigen aangifte of intreden van faillissement, aanbieden van een onderhands akkoord of (voorlopige) aanvrage van surseance van betaling door de
bij niet prompte en tijdige betaling op de vervaldagen van de overeengekomen interest;
in geval van conservatoir of executoriaal beslag op de roerende of onroerende goederen van de genoemde Schuldenaar, tenzij dit beslag is gelegd in een handelsgeschil en binnen 14 dagen zekerheid wordt gesteld casu quo beslag wordt geheven;
indien de Schuldenaar enige verplichting uit deze overeenkomst niet nakomt.”
indien de Schuldenaar in liquidatie treedt of haar bedrijf staakt;
bij aanvrage, al dan niet op eigen aangifte of intreden van faillissement, aanbieden van een onderhands akkoord of (voorlopige) aanvrage van surseance van betaling door de
bij niet prompte en tijdige betaling op de vervaldagen van de overeengekomen interest;
in geval van conservatoir of executoriaal beslag op de roerende of onroerende goederen van de genoemde Schuldenaar, tenzij dit beslag is gelegd in een handelsgeschil en binnen 14 dagen zekerheid wordt gesteld casu quo beslag wordt geheven;
indien door enige derde(n) enige inbreuk wordt gemaakt op het door schuldenaar aan schuldeiser verstrekte pandrecht;
indien de Schuldenaar enige verplichting uit deze overeenkomst niet nakomt.”
ad € 174.220,00 en van Mocomar ad € 159.009 + € 63.580,00 niet kunnen worden meegenomen als steunvordering, omdat Vrijheid Apeldoorn uit de lopende procedure bij de rechtbank Gelderland, waarin op 25 september jl. tussenvonnis is gewezen, verwacht aanzienlijke tegenvorderingen toegewezen te zullen krijgen, die kunnen worden verrekend.
Vrijheid Apeldoorn verkeert in de toestand van te hebben opgehouden te betalen, nu zij meer schulden bij meer dan één schuldeiser onbetaald laat.
Vrijheid Apeldoorn B.V., voornoemd, in staat van faillissement;