In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, op 18 maart 2019 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure tussen Twentevis Visverkoop B.V. en [verweerder 1] en [verweerder 2]. Twentevis had een verzoek ingediend tot verlenging van de ontruimingstermijn van een bedrijfspand, dat eerder was opgezegd door [verweerder 1]. De ontruimingstermijn was eerder verlengd tot 1 maart 2019, maar het tweede verzoek tot verlenging werd pas op 14 februari 2019 ingediend, wat niet tijdig was volgens de wettelijke vereisten van artikel 7:230a BW. De kantonrechter oordeelde dat het verzoek niet-ontvankelijk was omdat het niet binnen de gestelde termijn was ingediend. De rechtbank veroordeelde Twentevis in de proceskosten van de verwerende partij, begroot op € 480,00 aan salaris voor de gemachtigde. De beschikking werd openbaar uitgesproken door de kantonrechter op 18 maart 2019.