Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding van 28 november 2019;
- de incidentele conclusie strekkende tot onbevoegdheid van de Nederlandse rechter van 25 maart 2020;
- de incidentele conclusie van antwoord van 8 april 2020.
2.De feiten
Distributieovereenkomst), op basis waarvan Topag in de daaropvolgende jaren is opgetreden als distributeur van Krehalons verpakkingsmaterialen in Zwitserland. Artikel (“art.”) 1.3 van de Distributieovereenkomst vermeldt dat de algemene verkoopvoorwaarden die Krehalon hanteert, en die volgens de bepaling als “Appendix II” bij de Distributieovereenkomst zijn gevoegd, van toepassing zullen zijn op alle koopovereenkomsten die partijen conform de Distributieovereenkomst zullen aangaan.
3.Het geschil
In de hoofdzaak
EVEX II), tot het aannemen van de bevoegdheid van de Zwitserse rechter, aangezien Topag in Zwitserland gevestigd is. Ook de alternatieve rechtsmachtgrond van art. 5 lid 1 EVEX II, die aanknoopt bij de plaats van levering van de bij Krehalon bestelde goederen, leidt volgens Topag tot de bevoegdheid van de Zwitserse rechter.
4.De beoordeling
welkesupranationale regeling bij haar beoordeling tot uitgangspunt moet worden genomen. Van belang in dit verband is dat Krehalon, eiseres in de hoofdzaak, gevestigd is in Nederland, een lidstaat van de Europese Unie, terwijl Topag, gedaagde in de hoofdzaak, gevestigd is in Zwitserland, dat geen lidstaat is van de Europese Unie. Van belang is verder dat Krehalon stelt dat deze rechtbank haar rechtsmacht kan ontlenen aan een forumkeuze door partijen.
EEX-Vo II) en art. 23 EVEX II. In een geval als hier aan de orde, met in de hoofdzaak een in Nederland gevestigde eiseres en een in Zwitserland gevestigde gedaagde, verschaffen deze beide bepalingen de Nederlandse rechter namelijk een rechtsmachtgrond, wanneer partijen een forumkeuze hebben gemaakt voor een Nederlandse rechter.
dátart. 13 van de algemene verkoopvoorwaarden een forumkeuzebeding bevat waaraan deze rechtbank rechtsmacht zou kunnen ontlenen, maar zij betwist dat zij op enig moment met dit beding heeft ingestemd. Daarnaast zouden de algemene verkoopvoorwaarden haar niet ter hand zijn gesteld bij het aangaan van de Distributieovereenkomst. Opzegging van deze overeenkomst in 2015 zou volgens haar overigens hoe dan ook een nieuwe overeenkomst hebben doen ontstaan, waarvan de algemene voorwaarden geen deel uitmaken. Ook stelt Topag dat de voorwaarden evenmin (telkens) bij de verzending van facturen aan haar zijn meegezonden, zoals Krehalon heeft gesteld. Dat zou volgens haar ook te laat zijn om gelding te verkrijgen in haar rechtsverhouding met Krehalon.
exclusiefbevoegd is, dus met uitsluiting van enige andere rechter. Dit betekent dat niet nader moet worden getoetst aan de andere bevoegdheidsgronden waar partijen een beroep op hebben gedaan.