6.6Ook overigens heeft verweerder in voldoende mate gemotiveerd dat aan het beleid wordt voldaan. Voldoende gemotiveerd is aangegeven dat de kans op meer verkeersoverlast, voor zover die er al is, klein kan worden geacht gelet op de ligging van de Warmoesstraat.
Verder is, mede gelet op het gegeven dat de 10% norm uit artikel 4, eerste lid, aanhef en onder b, van de Beleidsregel nog niet gehaald is, niet aannemelijk dat de druk op de wijk nu reeds dermate groot wordt dat de afwijking van het bestemmingsplan om die reden niet zou moeten worden verleend.
7. Eiseres heeft voorts aangevoerd dat zij persoonlijk als naaste buur van het pand Warmoesstraat 9 extra hinder ondervindt van deze kamerbewoning. Zij meent dat in voldoende mate te hebben onderbouwd door te verwijzen naar de hiervoor in rechtsoverweging 3 bedoelde jurisprudentie.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder er terecht op gewezen dat uit die door eiseres vermelde jurisprudentie niet blijkt dat kamerbewoning in zijn algemeenheid onaanvaardbaar is. Kamerbewoning heeft een relevant ruimtelijk effect doch per geval zal moeten worden onderbouwd dat ook in dat geval de kamerbewoning niet aanvaardbaar is.
Ter zitting heeft eiseres aangegeven dat zij nu reeds vele vormen van overlast heeft ervaren. Zij noemde onder meer dat er met deuren wordt geslagen, er hard wordt gepraat, er feestjes hebben plaatsgevonden in de tuin waarbij lawaai werd gemaakt. Naar haar mening is deze overlast onvergelijkbaar met de overlast die men ervaart in het geval er sprake is van gezinsbewoning.
De rechtbank overweegt dat eiseres desgevraagd heeft verklaard dat zij de overlast die zij heeft ervaren niet heeft gemeld bij de autoriteiten, zoals bijvoorbeeld de politie. Ter zitting heeft de derde-partij verklaard dat eiseres haar ervaringen ook niet met haar heeft gedeeld. Voor wat betreft het feestje in de tuin is tijdens de zitting door derde-partij verklaard dat daarvan geen sprake was en dat de kamerbewoners met elkaar in de tuin hebben gezeten en met elkaar in gesprek zijn geweest. Dat was de ene keer overdag en de andere keer ’s avonds maar zijn zij tijdig weer naar binnen gegaan.
Op basis van wat ter zitting is verklaard komt de rechtbank niet tot de conclusie dat de bewoning door de kamerbewoners van het pand [adres] op een zodanige wijze plaatsvindt dat van eiseres niet gevraagd zou mogen worden dat te dulden. De rechtbank kan zich voorstellen dat het leefritme van ook deze studenten anders is dan dat van een gemiddeld gezin, maar uit de door eiseres genoemde voorbeelden trekt de rechtbank niet de conclusie dat dat tot nu toe tot onduldbare overlast heeft geleid.
8. De rechtbank is anders dan eiseres van oordeel dat het rechtszekerheidsbeginsel jegens eiseres niet is geschonden doordat verweerder niet vooruit loopt op het aangekondigde beleid om de kamerbewoning stringenter te regelen.
9. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verweerder in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen.
10. Het beroep is ongegrond, zodat voor een proceskostenveroordeling geen aanleiding bestaat.