Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres,
het college van burgemeester en wethouders van Deventer, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
6 oktober 2020 heeft de gemachtigde van verweerder toegelicht dat deze normeringen betrekking hebben op een eenpersoonshuishouden, terwijl de in het CIZ-protocol neergelegde normeringen betrekking hebben op meerpersoonshuishoudens. Volgens de gemachtigde houdt verweerder bij het toekennen van extra minuten voor COPD- problematiek geen rekening met de ernst van deze problematiek. Verweerder heeft geen extra tijd toegekend in verband met de incontinentieproblematiek, omdat eiseres heeft aangegeven dat slechts sprake is van een beperkte incontinentie en dit er alleen toe leidt dat het bed eens in de veertien dagen extra moet worden verschoond.
.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op binnen vier weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- treft de voorlopige voorziening dat verweerder aan eiseres met ingang van de datum van deze uitspraak een maatwerkvoorziening toekent bestaande uit ondersteuning bij het schoonmaken van het huis met een omvang van vier uren en 30 minuten per week;
- bepaalt dat de hiervoor genoemde voorlopige voorziening vervalt zodra verweerder een nieuw besluit heeft genomen op het bezwaar;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 48,00 aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.050,00.