Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
STICHTING WATERNET,
gevestigd en kantoorhoudende te Amsterdam,
wonende te [woonplaats] ,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
Vordering
4.De beoordeling
€ 74,00(2 punten x tarief € 37,00)
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft Stichting Waternet, het Amsterdamse drinkwaterbedrijf, een vordering ingesteld tegen [gedaagde] voor het betalen van een onbetaalde factuur van € 37,02 voor de levering van drinkwater. [gedaagde] heeft slechts € 0,01 betaald en heeft de rest van het bedrag onbetaald gelaten. De procedure omvatte een tussenvonnis waarin Stichting Waternet werd toegestaan om de bewindvoerder van [gedaagde] op te roepen. De bewindvoerder heeft echter aangegeven niet te verschijnen en de vordering niet te betwisten. In het eindvonnis van 2 maart 2021 heeft de kantonrechter geoordeeld dat de vordering van Stichting Waternet toewijsbaar is, aangezien [gedaagde] de vordering erkent en geen verweer heeft gevoerd. De kantonrechter heeft de hoofdsom, wettelijke rente en proceskosten toegewezen aan Stichting Waternet, maar de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten is afgewezen omdat de aanmaning niet was overgelegd. De kantonrechter heeft [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten en de nakosten toegewezen, met de verklaring dat het vonnis uitvoerbaar is bij voorraad.