ECLI:NL:RBOVE:2021:1366
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende omgevingsvergunning voor veehouderij
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 31 maart 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekers, die zich verzetten tegen de verlening van een omgevingsvergunning aan derde-partijen voor het realiseren van een veehouderij, hebben beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Olst-Wijhe. Het primaire besluit, dat op 7 september 2020 werd genomen, verleende de derde-partijen een omgevingsvergunning. Verzoekers stelden dat het bouwplan in strijd is met de bestemming 'Agrarisch', omdat er geen grondgebonden veehouderij aanwezig zou zijn, aangezien de koeien niet op open grond worden gehouden maar permanent in de stallen verblijven.
De voorzieningenrechter heeft op 17 maart 2021 de zitting gehouden, waarbij verzoekers en hun gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder en de derde-partijen. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen aanleiding was om de gevraagde voorlopige voorziening te treffen. Hij concludeerde dat er geen objectief verifieerbare gegevens waren die erop wezen dat het bedrijf van de derde-partijen in strijd met het bestemmingsplan in werking was. De voorzieningenrechter benadrukte dat het verzoek om een voorlopige voorziening niet kon worden toegewezen, omdat de derde-partijen hun belang bij de spoedige realisering van het gebouw voldoende aannemelijk hadden gemaakt.
De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, met de overweging dat de verzoekers niet voldoende bewijs hadden geleverd voor hun stelling dat het gebruik van het gebouw in strijd zou zijn met de verleende vergunning en het bestemmingsplan. De uitspraak werd gedaan door mr. J.W.M. Bunt, in aanwezigheid van griffier R.K. Witteveen, en werd openbaar gemaakt op de eerstvolgende donderdag na de uitspraak.